Tijdens mijn slaapje op vrijdagmiddag gaat de telefoon. ‘Ik ben in de buurt, komt het uit als ik even aan kom?’ De relatiebeheerder van de Rabobank. ‘Ja joh, natuurlijk. Hoe laat ben je er?’ ‘Met een minuut of vijf.’ ‘Prima, dan ga ik koffiezetten!’
Ze is inderdaad stipt op tijd. Ik ruim de voor de schoonmaak alvast leeggehaalde kantine weer in met twee stoelen en een tafel en schenk koffie in. ‘Hoe gaat het?’ Glimlachend zeg ik: ‘Ja, best wel goed. Geen verkeerd jaar geweest al met al.’ We praten door over de afgehandelde brandschade, de snipper grond naast ons bedrijf grenzend aan het HSL-tracé waarop we juist die dag een bod hebben uitgebracht en nog wat andere zaken die de bedrijfsvoering raken.
‘Is er nog uitbreiding in het areaal matricaria?’ Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, dat valt wel mee. Af en toe een gelegenheidsteler die een tijdje aanvoert, maar het blijft redelijk stabiel. Moet ook, want het is toch een klein product. Stel dat er een chrysanten- of santinikweker zou overschakelen, dan krijg je meteen een flinke verstoring.’ Ja, dat begrijpt ze wel.