Natuurlijk had ik het interview met Klaas Knot teruggekeken. Ik vond er ook wat van. Vooral dat Twan Huys hem woorden in de mond legde over sectoren die weinig tot niets bijdragen aan de Nederlandse economie. Maar toen ik een paar dagen later voor op m’n eigen krant (Nederlands Dagblad) het zinnetje Sectoren waar ons land ‘zonder kan’ zag staan met als begeleidende foto een leliekwekerij onder glas, voelde ik het ook echt. Alsof iemand tegen je zegt dat je waardeloos werk doet. Dat je een bullshitbaan hebt. Het deed zeer.
Hoe zijn we hier gekomen? Dat is wat ik me al een tijdje afvraag. Het is nog niet zo lang geleden dat we in Nederland trots waren op de glastuinbouw. Innoverend, kwalitatief hoogstaand, een voorbeeld voor de hele wereld. Werden er ver weg kassen gebouwd dan stak daar Westlandse kennis achter, zowel voor de techniek en het glas als de bloemen en groenten in de kas. Maar ergens ging het fout.
Was het de hoge energieprijs door de oorlog in Oekraïne? De lagere energiebelasting voor grootverbruikers die succesvol geframed wordt als fossiele subsidie? Is het de invloed van Arjan Lubach die sneer op sneer uitdeelt aan bloemenkwekers? Ik voel me inmiddels als een slager die nog vlees verkoopt in plaats van vegetarische namaak. In de hoek gedreven waar de klappen vallen.