Wat is het effect van meer CO2 op diverse eigenschappen van planten? Hendrik Poorter, bioloog aan het Forschungszentrum Jülich, legde 630 onderzoeken naast elkaar in een meta-analyse. De uitkomsten geven eindelijk duidelijkheid in slepende kwesties. Zo maken planten nauwelijks minder huidmondjes aan als ze bij een hoog CO2-niveau opgroeien.
Toen Hendrik Poorter begon aan zijn eerste meta- analyse over CO2-benutting door de plant, begin jaren ’80, was de concentratie in de buitenlucht nog 340 ppm. „Laat ik voor de zekerheid 350 ppm als referentie nemen”, dacht de bioloog. „Dan is mijn onderzoek niet zo snel gedateerd.” Die stijging heeft hij te conservatief ingeschat, want inmiddels ligt het CO2-niveau in de buitenlucht op 415 ppm en is het onderzoek wel degelijk achterhaald. Twee jaar geleden was dat een reden om de analyse opnieuw te maken.
Een meta-analyse wil zeggen dat de uitkomsten van honderden studies, in dit geval 630, in een database worden gezet en met elkaar worden vergeleken. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de reactie van planten op hogere CO2-concentraties, omdat aan het eind van deze eeuw een CO2-niveau van 700-800 ppm in de atmosfeer wordt verwacht. Poorter heeft bekeken wat het effect is van hogere CO2-concentraties op 85 planteigenschappen, zoals lengte en gewicht, stengeldikte, bladoppervlak bladdikte, inhoudsstoffen, fotosynthese en aantal huidmondjes. Het gaat om bloeiende planten die minstens 80% van hun biomassa bij een hoog CO2-niveau hebben gevormd. Planten met een bijzondere fotosynthese (orchideeën, vetplanten en cactussen) zijn buiten beschouwing gelaten. In feite zijn de resultaten van die onderzoeken gebruikt als een soort ’big data’.