Om te voorkomen dat de Nederlandse tuinbouw de gunfactor van de maatschappij verliest, is het belangrijk dat de relevantie van de sector veel nadrukkelijker onder de aandacht komt. Tot deze conclusie kwamen de aanwezigen bij de eerste Hillenraad Horti Convention. Een collectieve campagne op basis van gedeelde waarden en ambities wordt gezien als het beste PR-instrument.
De conventie werd gehouden op vrijdag 4 november, ter gelegenheid van de bekendmaking van de Hillenraad100. De top van de tuinbouwsector was aanwezig en ging onder leiding van Sacha de Boer met elkaar in gesprek over de toekomst van de tuinbouw. Centraal thema was het dilemma tussen individualiteit en collectiviteit.
Kracht van het collectief
Socioloog Frits Spangenberg sprak over de schaduwkant van snelle geïndividualiseerde groei. Groei is nodig, maar creëert ook afstand tot medewerkers, klanten en de maatschappij. „De tuinbouw is de laatste decennia groot geworden door schaalvergroting en professionalisering van individuele ondernemingen, maar mag niet vergeten dat de maatschappij en de politiek het ziet als een collectief merk.’ Hij pleitte er daarom nadrukkelijk voor de kracht van het collectief te hervinden. En als premium merk, moet je continu iets extra’s bieden. „Leg de lat hoog, bijvoorbeeld in duurzaamheid’, aldus Spangenberg.
Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk dat veel van de aanwezige ondernemers uit de tuinbouwsector belang hechten aan onderling vertrouwen. Ze deelden de motivatie om met elkaar de gehele sector toekomstbestendig te maken én te houden. Het merendeel van de ondernemers ziet het nut van een collectieve, duidelijke campagne richting maatschappij en politiek voor het op de kaart zetten van de maatschappelijke relevantie en duurzaamheid van de sector. Dit alles moet bij voorkeur aangejaagd worden door één aansprekend boegbeeld. De gunfactor van de tuinbouw moet omhoog en het imago moet beter.