‘Kom op, u hebt ook vast wel werk waar u niet zo blij van wordt.’ We hebben het thuis over minder leuke klusjes. Over de vraag welk werk energie oplevert dan wel energie kost. Ik probeer uit te leggen dat ik heus niet elke klus even graag doe, maar dat ik naarmate ik bezig ben toch overal wel de charme van in kan zien. Er wordt hardop getwijfeld.
Er staan meer dan 150 nieuwe rollen bloemengaas in de schuur. Ernaast een pallet met kopliggers. Die moeten aan de voor- en achterkant van elk bed worden vastgemaakt. Ik twijfel. Zal ik nog een maand of twee wachten tot het wat rustiger is geworden? Of toch maar een beginnetje maken en kijken hoever ik kom?
Het wordt dat laatste. En na een uurtje weet ik het weer. Ik had handschoenen aan moeten doen. Het vastmaken van de kopliggers aan het gaas levert me nu al drie blaren op, puur van het langs de draad schuren met mijn hand. Stom. Mijn oom heeft het jaren geleden nog zo duidelijk gezegd: wie zijn lichaam bewaart, bewaart geen rotte appelen.