Lelies kweken en het middelengebruik terugdringen gaan samen, maar de uitkomsten van het onderzoek van HLB in Wijster voor Duurzame Bollenteelt Drenthe levert nog geen bruikbaar gereedschap voor de praktijk op. Ook heeft HLB nog niet naar de opbrengsten van de lelies in de proeven gekeken en de biologische proef is mislukt voor het spuitverbod dat de rechter op het perceel in Boterveen oplegde.
Dat bleek donderdagavond in Fluitenberg uit de presentatie van de voorlopige uitkomsten door directeur Jannie Peltjes van HLB, tijdens een bijeenkomst van Duurzame Bollenteelt Drenthe. "Wat we wel weten is dat als we minder middelen moeten gebruiken, we een zekere mate van onkruid moeten accepteren. Ook hebben we een rassenlijst nodig van lelies die resistenties hebben of sterk zijn tegen ziekten. Ook is schoon uitgangsmateriaal absoluut noodzakelijk. Hoewel de biologische proef wat biomiddelen betreft is mislukt (de proef lag op het perceel in Boterveen van kweker Albert Joling, waar de rechter een tijdelijk spuitverbod voor afkondigde, red.), kunnen we wel concluderen dat wieden extra kosten met zich meebrengt en dat investeringen vooraf noodzakelijk zijn." De biologische lelieproef is formeel niet biologisch te noemen, omdat er geen biologisch uitgangsmateriaal is.
HLB vond ook dat onkruidbeheersing door wiedeggen altijd leidt tot schade en daardoor tot opbrengstderving. Wel waren er goede ervaringen met het bedekken van de bedden met stro tegen onkruid. Virusziekten bleken lastig terug te dringen, omdat geen manier is gevonden om de lelies luisvrij te houden. De zoektocht naar alternatieve middelen zal volgens Peltjes nog verder doorgezet moeten worden. Ze pleitte dan ook voor verder onderzoek.