Het tweede Onderzoek Bestrijdingsmiddelen Omwonenden naar de blootstelling van omwonenden aan gewasbeschermingsmiddelen is op 1 oktober gestart, maakte Jan-Paul Zock donderdagavond namens het RIVM bekend tijdens de bijeenkomst van Duurzame Bollenteelt Drenthe in Fluitenberg. Aan het onderzoek zijn nu andere spuittechnieken toegevoegd.
“In plaats van alleen naar de effecten van neerwaartse spuittechniek zoals die in de bollen wordt gebruikt, kijken we nu ook naar de effecten van opwaartse en verticale technieken zoals die in de fruitteelt worden gebruikt”, lichtte onderzoeksleider Zock toe. Volgens de wetenschapper wordt nu ook nauwkeuriger gekeken naar de gebieden en de afstand van de omwonenden ten opzichte van de percelen. “Daar waar we dat in het eerste onderzoek vooral definieerden aan de hand van de afstand tot een perceel maïs, kijken we nu aan verschillende teelten en gebieden.”
Het eerste onderzoek liep rond Noord-Hollandse bollenvelden, maar nu wordt landelijk gekeken in bloembollen- en fruitteeltgebieden. Voorts wordt aan aantal specifieke ziekten meegenomen in het onderzoek, zoals Parkinson, kanker en luchtwegaandoeningen. Voor Parksinson wordt samengewerkt met vier regionale specialistische medische centra. Volgens Zock wordt de levensstijl van de patiënten ook tegen het licht gehouden, om te bepalen of dat ook deel van de oorzaak kan zijn.
Ook wordt samengewerkt met huisartsen en het het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) om inzicht te krijgen in de klachten in bepaalde gebieden. Nieuw is ook dat speciaal naar kinderen wordt gekeken. Uit het onderzoek moet blijken of kinderen die aan middelen worden blootgesteld moeite hebben met het verwerken van informatie.
Bij het onderzoek is ook een maatschappelijke klankbordgroep betrokken en er wordt gewerkt met een internationaal adviesorgaan, om vergelijkingen met het buitenland mogelijk te maken. Het onderzoek loopt tot en met 2030.