Onkruid kost opbrengst, zo simpel is het. Bestrijden is met een krimpend middelenpakket steeds lastiger. Agrifirm-GMN test bij het Expertisecentrum Bloembollenteelt in Breezand in vijf gewassen een flink aantal alternatieven uit. Tijdens de Expertisedagen op 18 en 19 mei werd duidelijk dat niet elk middel in elk gewas even goed werkt.
De drie belangrijkste knelpunten bij bestrijding zijn behalve virus aaltjes en onkruiden. Die laatste heeft al jaren te maken met een snel krimpend pakket gangbare gewasbeschermingsmiddelen. Veel alternatieven komen er niet in de plaats voor de middelen die verdwijnen. De deskundigen zien oplossingen in de toekomst, met als resultaat een PPS samen met de akkerbouw over andere technieken. Agrifirm-GMN zet in op een zoektocht naar producten uit andere teelten, die wellicht perspectief bieden om via een Kleine Uitbreiding Gewasbescherming (KUG) relatief snel inzetbaar kunnen zijn. Maar ook een KUG kent zijn beperkingen, stelt adviseur Arjo van den Berg. “Een teler kan niet zomaar zelf met middelen uit andere teelten gaan experimenteren. Voor een KUG is wel onderzoek nodig en dat doen wij in Breezand bij Muscari, iris, narcis, Allium en tulp en in Voorhout bij hyacint. Daarnaast geldt een KUG alleen voor teelten met minder dan 5.000 ha, dus de tulp valt daarbuiten.” Omdat voor het grootste gewas het middelenpakket ook fors afneemt, liggen er ook tulpenproeven in het veld.