In de pilot ’Tanken bij de Teler’ gaat Koppert Cress in Monster de mogelijkheden van waterstof onderzoeken voor de glastuinbouw. „Veel partijen kijken naar een 1-op-1 overstap van WKK naar waterstof. Die gedachte is ook bij ons opgekomen”, vertelt Bart van Meurs, directeur van Division Q, het innovatiebedrijf in de Koppert Cress Group. „Maar er ligt nog geen leiding en niemand kan al waterstof leveren. Dit is dus toekomstmuziek.”
Division Q heeft gekeken waar de match is tussen glastuinbouw en H2. Dat is de benutting van restwarmte. „Met geothermie kunnen we in de baseload van de warmte voorzien, maar voor de pieken zijn andere bronnen nodig. Het idee is dat we op ons eigen bedrijf waterstof gaan produceren en die gebruiken op de plek waar die de meeste meerwaarde heeft, zoals in het wegtransport. Daarom heet onze pilot ’Tanken bij de teler’. De restwarmte kunnen we zelf benutten in de kas of via de WKO. Later, als er volop waterstof beschikbaar is, kan WKK een optie worden.” Enkele vrachtwagens van Koppert Cress zouden op H2 kunnen rijden.
Van Meurs verwacht dat er veel restwarmte vrijkomt. „De efficiëntie van H2-productie via elektrolyse is 50 tot 70%. Als we uitgaan van 70% blijft er 30% warmte over. Voor de industrie is dat afval, maar de glastuinbouw kan dit goed gebruiken.” De energie die nodig is voor de elektrolyse kan in de goedkope uren van het elektriciteitsnet en van de eigen zonnepanelen komen.