De glastuinbouw heeft bij sommige Nederlanders geen al te best imago. Omwonenden klagen over bijvoorbeeld lichtvervuiling, aantasting van het landschap en een hoog energieverbruik. Communicatie vanuit de sector kan het imago verbeteren. Contact met glastuinders moet in nieuwe initiatieven zorgen voor meer wederzijds begrip en de populariteit vergroten.
Waarom moeten er kassen staan in de Bommelerwaard? De meeste producten zijn toch voor de export? Het is een opmerking die vaker terugkwam in de enquête die Leendert van Tuijl van Linflowers samen met vijf andere jonge tuinders afgelopen november verspreidde. Met de enquête wilde de groep het imago van de glastuinbouw in de regio peilen, met het oog op de Omgevingswet die in januari 2023 in gaat.
428 inwoners uit Zaltbommel en Maasdriel namen de moeite om te reageren. Ongeveer een derde was positief over de sector, een derde was negatief en de overige respondenten stonden er neutraal tegenover. De vier meest genoemde klachten gaan over lichtvervuiling, het hoge energiegebruik, de ruimte die kassen in beslag nemen en de huisvesting van arbeidsmigranten.