Anthurium is een geslacht binnen de Araceae. Zelf herbergt het geslacht meer dan 700 soorten en daar komen jaarlijks nog nieuwe bij. Het betreft meest epifytisch groeiende kruidachtige vaste planten. Ze groeien in het vochtige tropische regenwoud van Centraal en Zuid-Amerika. Een gebied met nog blinde vlekken voor de mensheid. Binnen de sierteelt zijn vooral de lakanthuriums bekend. Ze worden aangeboden als snijbloem en als bloeiende kamerplant. Een geslacht met zoveel soorten herbergt ook meer tot de verbeelding sprekende soorten. Zoals de A. crystallinum. Van nature groeit deze aan de randen van de regenwouden in Centraal en Zuid-Amerika, grofweg tussen Panama en Peru.
De Belgische botanist Jean Jules Linden en zijn Franse collega Edouard-Francois André beschreven de soort in 1873. Door de gesloten spleet tussen de lobben en de bladsteel (dit heet de sinus) bij vooral de jongere bladeren, wordt dit soort nogal eens verward met A. forgetii. Een soort met blad zonder sinus, met een verdacht gelijkende bladtekening. Begin 1900 werd A. crystallinum op veel plekken in Europa geteeld. Door de Eerste Wereldoorlog verdween de teelt, waarschijnlijk door de relatief grote warmtebehoefte.