In de geüpdatete inkomensraming van Wageningen Economic Research (WEcR) van eind maart ligt het inkomen uit 2021 bij zowel snijbloemen- als potplantentelers in vergelijking lager met de raming half december. Maar nog steeds kunnen de hogere kosten de inkomenspret bij bloemisterijtelers niet drukken.
Snijbloemenbedrijven scoorden in 2021 de hoogste rentabiliteitstijgingen in de land- en tuinbouw. Tegenover €100 aan kosten stonden €121 aan opbrengsten; €10 meer dan in 2020. De rentabiliteit bij potplanten lag €1 hoger dan in 2020: tegenover €100 aan kosten stonden €109 aan opbrengsten. Dit blijkt uit de geüpdatete inkomensraming van Wageningen Economic Research (WEcR).
Tussen en ook binnen bedrijfstypen in de land- en tuinbouw zijn de verschillen in inkomen ieder jaar groot. Dit geldt ook voor 2021. „In 2021 zien we ten opzichte van vorig jaar in veel land- en tuinbouwsectoren hogere opbrengstprijzen voor geleverde producten. Dat is mooi, maar desondanks staan in veel sectoren de marges onder druk door sterk gestegen prijzen van voer, energie en kunstmest. Hierdoor zien lang niet alle boeren en tuinders de hogere opbrengstprijzen terug in een beter inkomen”, meldt agrarisch bedrijfseconoom Harold van der Meulen tijdens de online presentatie van de WEcR-inkomensraming.
Gunstige markt voor snijbloementeler
Het gemiddelde inkomen van snijbloemenbedrijven stijgt ten opzichte van 2020 met €146.000 naar €309.000. De marktomstandigheden waren in 2021 gunstig voor in Nederland geteelde bloemen. Door hoge vrachtkosten en beperkte vrachtcapaciteit werd import bemoeilijkt. Tegelijkertijd bleek de vraag sterker te stijgen dan het aanbod. Er waren dit jaar geen tijdelijke aanvoerrestricties van de bloemenveiling ingesteld, waar vooral snijbloementelers in 2020 hinder van ondervonden. De toename in de opbrengsten was voor het gemiddelde bedrijf ruimschoots voldoende om de gestegen kosten te compenseren.
Thuiszitters kopen potplanten
Het gemiddelde inkomen bij pot- en perkplantenbedrijven is in 2021 met circa €33.000 gestegen tot €217.000 door hogere opbrengsten ondanks sterk gestegen kosten. De vraag naar potplanten is sinds de pandemie gegroeid. Sinds de coronacrisis werken mensen veel thuis. Zij achten in toenemende mate een gezonde leefomgeving belangrijk en groene en bloeiende planten horen daarbij. Door de grote vraag naar planten zowel binnen- als buitenshuis stegen de prijzen met 10% vergeleken met 2020 en was de hoeveelheid verkochte producten vele malen groter.
Verschillen worden groter
Het verschil tussen de beste en de minst presterende bedrijven wordt met de jaren groter. Koplopers trekken het gemiddelde meer omhoog dan achterblijvers naar beneden. Die trend zet zich in 2021 voort. Dat die verschillen in 2020 ondanks corona niet groter waren dan in de laatste jaren, blijkt dus vooralsnog geen trendbreuk te zijn maar een uitzondering.
Ondanks mooie gemiddelde inkomenscijfers, schreven 7% van snijbloementelers en 9% van pot- en perkplantentelers rode cijfers. Ze hadden een negatieve kasstroom. Van de bloemenbedrijven met rode cijfers kon 5% het opvangen met liquide middelen of door te besparen, 2% zag zich genoodzaakt aflossingen uit te stellen. Deze percentages liggen bij plantenbedrijven op respectievelijk 4 en 2%. En nog eens 2% moest andere wegen inslaan om het hoofd boven water te houden, veelal door bijfinanciering.