Nederland wil dat de Europese Commissie het onderzoek naar het intellectueel eigendom in de plantveredeling sneller afrondt. In 2026 wil de commissie met het resultaat komen, maar Nederland wil dat de antwoorden eerder komen vanwege de ’zorgen die in de Tweede Kamer en in ons land leven’ over de technieken. Dat laten ministers Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit weten.
De studie staat los van het voorstel van juli 2023 om planten die met nieuwe genomische technieken zijn gemaakt makkelijker goed te keuren. In 2026 moet de studie klaar zijn, dan ligt er ook een brede marktanalyse. Onderzocht wordt wat de gevolgen zijn van het octrooieren van planten en welke invloed gerelateerde licentie- en transparantiepraktijken kunnen hebben op de innovatie binnen de plantveredeling. De commissie kijkt ook naar de toegang van kwekers tot genetisch materiaal en technieken, op de beschikbaarheid van zaden en naar het algemene concurrentievermogen van de biotechnologiesector in de Europese Unie.
Het Nederlandse kabinet gaat volgens de ministers bij de commissie aandringen op versnelling van de studie, ’gezien de zorgen die er in de Tweede Kamer en elders in de samenleving over dit onderwerp bestaan’. D66 drong eerder aan op het beperken van de octrooirechten op plantaardig materiaal, na een claim in de groenteverdeling. Het Europees Octrooibureau verleent al enige jaren geen rechten meer op biologisch veredelde planten, tenzij een specifiek kenmerk van de plant het resultaat is van een beschermd technisch proces van de veredelaar.
