Als vroeger bij ons thuis rond het zondagavondeten de telefoon ging, ik was een jaar of 14, dan wisten wij wel hoe laat het was. Zeiden we: ‘Pa, pakt u hem op?’ En nadat hij zijn naam had gezegd monsterde hij onze gezichten. Want het was V. Een man alleen, wonend in een verzorgingshuis. Op zoek naar aanspraak en een avond gezelligheid.
V. was vroeger een heel slimme registeraccountant, zo ging het verhaal. Maar, werd ons verteld, als je heel goed kunt leren kan het ook doorslaan. Ik moest dan altijd denken aan een klok die je opwond. Draaide je te ver dan was-tie kaduuk. Zoiets moet er ook gebeurd zijn met de hersens van V. Of het waar is?
'V. rook niet zo lekker,
hij stonk naar urine'