De Raad van State denkt dat het toezicht op de verplichte bufferstroken een probleem wordt. Dat staat in een advies dat aan het kabinet is uitgebracht.
Vanaf 1 maart 2023 geldt het verbod om op landbouwgrond langs waterlopen te bemesten, om verontreiniging van oppervlaktewater door meststoffen te voorkomen. Bufferstroken zijn verplicht gesteld. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en Rijkswaterstaat hebben voorafgaand aan het verbod met de Unie van Waterschappen en de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten uitgezocht of controle op de bufferstroken en handhaving haalbaar zijn. De NVWA wees toen al op het risico dat de regels voor de bufferstroken slecht zullen worden nageleefd. De organisatie vraagt zich ook af of daar voldoende effectief handhavend tegen kan worden opgetreden. Ook kan de mestfraude toenemen omdat de plaatsingsruimte afneemt.
Geen aandacht
De Raad van State wijst erop dat in het derogatiebesluit Nitraatrichtlijn staat dat Nederland met een ‘versterkte handhavingsstrategie’ moet komen. In de toelichting op de regels voor de bufferstroken is daar geen aandacht voor. Een goede analyse ontbreekt, stelt de RvS. ‘Dit klemt te meer, omdat uit de toelichting ook kan worden afgeleid dat een ondersteunende kaart van het RVO, die als hulpmiddel moet dienen voor zowel boeren als de toezichthoudende instanties, naar verwachting op 1 januari 2024 nog niet geperfectioneerd is’, schrijft de RvS in het advies.