De uitspraak in de rechtszaak rond de leliepercelen in Boterveen staat op zichzelf, zegt de rechter die 10 juli vonniste in het hoger beroep en de KAVB. De bewonersgroep die het spuiten van de lelies wil laten verbieden ziet dat anders. De uitspraken ‘maken deel uit van het rechtssysteem en daardoor is veel veranderd’, aldus de bewoners.
Volgens de rechter die de Maatschap Joling toestaat vier middelen te gebruiken in de lelies, is de situatie in Boterveen niet te vertalen naar andere gebieden en teelten in Nederland. De KAVB staat Joling bij in de rechtszaak en de belangenbehartiger laat bij monde van voorzitter Jaap Bond weten dat ‘het echt alleen om Joling gaat’. Omwonenden van de percelen die bij de rechter een spuitverbod wilden afdwingen krijgen echter reacties uit heel Nederland. De zaak staat volop in de belangstelling, zegt woordvoerder Jonna Vernes namens de bewonersgroep in Boterveen. “We zien dat het civiele recht je kan beschermen. De rest van de bezorgde omwonenden weten dat nu ook.”
De KAVB houdt vast aan het relaas van de rechter. Bond: “Het gaat alleen om Joling, dat perceel en de omwonenden en om 2023. Dat heeft de rechter expliciet gezegd tijdens de rechtszaak.” Het risico dat andere omwonenden op basis van deze uitspraak ook wat kunnen, is daardoor volgens Bond een stuk kleiner geworden. De KAVB-voorzitter geeft aan dat ze heeft geprobeerd zich te voegen bij de zaak van Joling, omdat ze het een hele principiële zaak vindt. Dat weigerde het hof. Bond: “Het hof gaf als argument dat ze de zaak niet groter wilde maken dan dat hij is; een kort geding tussen teler en omwonenden. Dat is voor ons ook een extra bewijs dat het hof niet verder wil gaan dan alleen deze zaak.”
Toch zien de omwonenden dat de zaak veel belangstelling krijgt, merkt vertegenwoordigster Vernes. Vanuit het hele land krijgt ze van andere verontruste bewoners die onder andere naast bollenteeltgebieden wonen, reacties. “Ze voelen zich gesteund in hetgeen hen ook al tijden bezighoudt. Ze zien de uitspraak als een aangrijpingspunt. Of zij ook al een dagvaarding voorbereiden, weet ik niet.” Volgens haar maken de uitspraken van de rechters tot nu toe voortaan onderdeel uit van het rechtssysteem. “Wat dat betreft is er echt veel veranderd door de twee uitspraken van deze twee rechters in deze kwestie.”
Vier middelen
De KAVB is blij met de uitslag van het hoger beroep en noemt de uitspraak een zeer verstandig herstel van een verkeerde uitspraak. De belangenbehartiger doelt op de uitspraak van 12 juni in een kort geding tussen omwonenden en de Maatschap Joling, waarbij de rechter oordeelde dat de kweker helemaal niet meer mocht spuiten. Het tweede vonnis van 10 juli staat toe dat Joling dit seizoen vier middelen mag gebruiken. Dat zijn de middelen waarvan Jolings advocaat heeft aangegeven dat Joling die op z’n minst nodig heeft om zijn oogst zoveel mogelijk te redden. Het gaat om de middelen Rudis-12970 N (tegen vuur; botrytis), Titus-11393 N (herbicide), Goltix-8629 N (herbicide) en Olie-H-6598 N (tegen virusoverdracht door luis). De overige 29 middelen die Joling gebruikt blijven dit teeltseizoen verboden.
De bewonersgroep van Boterveen heeft gemengde gevoelens over de uitspraak in het hoger beroep. Vernes: “Het verbod op de overige 29 middelen geeft erkenning vanuit de rechtspraak, al weten we de precieze motiveringen van de rechter nog niet. Die komen 25 juli naar buiten. Het geeft al wel de bevestiging in wat we al heel lang denken, namelijk dat we niet gek zijn.” De bewonersgroep is echter nog niet helemaal tevreden en gerustgesteld, want ze heeft nog geen duidelijk antwoord op de vraag of ze bij de vier middelen nog steeds gezondheidsrisico’s lopen. “Bij toxicologen leggen we nu ons oor te luister. Daar hebben we tot nu toe gehoord dat één van de vier middelen toch risicovol is.”
‘College in zijn recht’
Volgens Bond heeft het hof met haar uitspraak het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) toch weer in zijn recht gezet. “Er is dus geen discussie mogelijk over de middelen die het Ctgb heeft goedgekeurd.” De KAVB-voorzitter verduidelijkt dat de rechter het gebruik van de 29 middelen alleen bij Joling heeft verboden en nergens anders. Wel geeft Bond aan dat iedereen heel benieuwd is naar wat de rechter in de toelichting op de uitspraak zegt over de middelen die Joling dit jaar niet meer mag gebruiken, maar die overal in Nederland wel worden gebruikt. Die volledige uitspraak komt uiterlijk 25 juli. Bond: “Je weet wat ze soms zeggen. The devil is in the details.”
Of de bewonersgroep verder gaat procederen, hangt volgens Vernes deels af van de verdere argumentatie van de rechter. Voor haarzelf, oud-rechtdocent, is het echter duidelijk dat er in juridisch opzicht best veel valt ‘op te rapen’ in deze zaak. Vernes heeft een coachingsbedrijf aan huis. Ze zegt dat ze haar cliënten niet fatsoenlijk buiten kan coachen vanwege het spuiten omdat de GGD adviseert dan naar binnen te gaan. “Als ik volgend jaar mijn werk niet kan uitvoeren, zal ik weer in actie moeten komen. Of dat dan weer een juridische actie is, weet ik niet. Toen de bollen hier de grond in gingen, had ik ook verwacht dat ik dit in gesprek met Joling kon oplossen. Maar dat is niet gelukt.” Vernes weigerde volgens de KAVB overigens een gesprek met Joling. Vernes laat het onderwerp en wat ze bereikt hebben, zeker niet los. “We maken een website waar mensen voor informatie terecht kunnen. Die komt een dezer dagen live.”
Zembla
Joling is ondertussen bijna direct na het tweede vonnis aan zijn gewasverzorging begonnen, terwijl de camera’s van het programma Zembla op hem waren gericht. Het programma bereidt een uitzending over het Ctgb voor, meldt redacteur Ton van der Ham op twitter. Dat is een van de redenen dat Joling zich in de media zo min mogelijk uitlaat over de situatie. “Alles wat ik zeg, is brandstof voor de tegenstanders.” Over de gezondheid van zijn lelies durft hij nog niets te zeggen, bij de oogst zal blijken of er schade is.
De maatschap stelt de bewoners wel persoonlijk aansprakelijk voor eventueel geleden schade. Al een tijdje loopt er op zijn bedrijf dagelijks een deurwaarder mee, vertelt Bond. “Die kijkt onder meer naar wat de schade is die veroorzaakt wordt door het niet kunnen spuiten of de extra kosten die Joling heeft moeten maken. De omwonenden maken gebruik van de rechtsmiddelen in Nederland. Dan doet Joling dat ook en dit is er een van.”
Dezelfde deurwaarder houdt ook alles bij wat Joling doet, vertelt Bond. “Wanneer er wordt gespoten, met welke middelen in welke hoeveelheid, maar ook zaken als extra werk zoals schoffelen. Volgens Bond worden deze zaken met de omwonenden gedeeld. “Ook omdat als hij schade heeft, ze moeten weten dat hij er alles aan gedaan heeft om de schade zo beperkt mogelijk te houden.”
Niet tegen de lelieteelt
Vernes geeft nog aan dat ze niet tegen de landbouw of de lelieteelt in het bijzonder is. “Ik kom ook uit een agrarische familie. Ik weet dat de sectoren daarin in transitie zijn. Ik gun het de sectoren dat ze niet meer met gewasbeschermingsmiddelen in de weer hoeven, want we weten al heel lang dat het gebruik van gewas gewasbeschermingsmiddelen niet gezond is en toch doen we het.”
Ze vindt het teleurstellend dat burgers nu via het civiele recht tegenover elkaar staan in de rechtbank. De stap was volgens haar niet nodig geweest als bestuurders, zoals provincie en gemeenten hun verantwoordelijkheid hadden genomen om burgers of de natuur te beschermen.
Adema: ‘Opmerkelijk en verstrekkend’
Demissionair landbouwminister Piet Adema heeft de Tweede Kamer in een brief laten weten dat hij het spuitverbod een ‘opmerkelijke zaak’ vindt, maar dat hij het voorlopig als een op zichzelf staand juridisch conflict ziet tussen de omwonenden van de leliepercelen van de Maatschap Joling in Boterveen.
Adema schrijft vlak voor het vonnis in het hoger beroep: ‘De rechter heeft – in kort geding – een uitspraak gedaan in de vorm van een voorlopige voorziening. We moeten afwachten hoe dit verder gaat want het betreft hier een geschil tussen twee private partijen, waarbij het mogelijk is om in hoger beroep te gaan tegen de voorlopige voorziening en daarnaast ook om een bodemprocedure te voeren. Het vonnis betreft dan ook een voorlopig oordeel en geldt tot de rechter in een vervolgprocedure een definitief oordeel geeft. Daar wil ik nu niet op vooruitlopen.’ Op het tweede vonnis heeft de minister nog niet gereageerd.
Bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zijn geen vergelijkbare rechtszaken bekend, laat Adema in de brief weten. Daarin geeft hij ook aan dat hij de eerste uitspraak ‘opmerkelijk’ en ‘verstrekkend’ vindt: ‘Het verbod vanwege strijd met een dwingende Europese norm is verstrekkend, omdat het in deze zaak gaat om een norm die bij de goedkeuring van werkzame stoffen en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen in acht moet worden genomen.’ Bovendien gelden de normen voor de wetgever en de gebruiker kan toegelaten middelen gewoon gebruiken, als ze volgens de regels worden toegepast. ‘Het oordeel van de rechtbank dat, ondanks de toelating en het gebruik overeenkomstig de voorschriften, toch sprake is van onrechtmatig handelen vanwege strijd met een wettelijk voorschrift, lijkt hieraan voorbij te gaan en is daarom opmerkelijk. Gelet hierop en gelet op de specifieke omstandigheden van het geval is niet zeker dat andere rechtszaken, zo die er komen, dezelfde uitkomst zullen hebben. Mij is vooralsnog geen andere soortgelijke zaak bekend.’
Over het aangehaalde gezondheidsrisico in de juridische strijd rond de leliepercelen in Boterveen schrijft Adema dat hij dat ‘serieus neemt’, maar ook dat hij ‘kijkt naar het inhoudelijke deskundig oordeel van de instanties zoals het Ctgb en het RIVM en in Europese context de EFSA (European Food and Safety Authority)’.