Duurzame intenties en het gedrag van de consument liggen vaak nog ver uit elkaar. Dit gaat ook op voor kopers van sierteeltproducten. Bijna 90% zou graag lokaal gekweekte bloemen en planten kopen als de keuze er is. Echter, 36% van hen doet het ook daadwerkelijk, blijkt uit onderzoek.
De consument blijkt nog onvoldoende te weten dat er in de sierteeltsector al veel verduurzaming plaatsvindt. Voor consumenten moet ‘het kopen van bloemen en planten vooral leuk en makkelijk blijven’. Onderzoeksbureau Kantar constateert in zijn Sustainability Index 2022 dat 97% van de consumenten de voorkeur geeft aan een duurzame ‘life style’, maar dat slechts 13% het eigen gedrag ook daadwerkelijk verandert. Ook voor bloemen en planten is de voorkeur voor een duurzame keuze duidelijk aanwezig. Echter, als het zover is ervaart de consument een aantal drempels. Het ontbreken van heldere productinformatie, beperkte beschikbaarheid en prijs blijken de duurzame keuze in de weg te zitten.
De respondenten
Kantar onderzocht in augustus voor Bloemenbureau Holland hoe de consument kijkt naar duurzaamheid in relatie tot bloemen en planten. In Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is een specifieke doelgroep benaderd tussen de 18 en 70 jaar die al minimaal een keer per drie maanden bloemen koopt en minimaal een keer per half jaar een plant. Er reageerden 1.210 Nederlandse, 1.199 Britse, 1.212 Franse en 1.199 Duitse consumenten. Er bleken geen significante verschillen in de antwoorden wat betreft de aankoop en perceptie tussen duurzame bloemen en planten. Die uitsplitsing is daarom ook niet gedaan. Lieke van der Loo presenteerde namens het data-analyse- en merkadviesbureau Kantar de resultaten op 13 oktober in het World Horti Center.
Blij makend natuurproduct
De uitgangspositie van de Nederlandse sierteeltsector is positief en biedt ruimte voor groei, zo blijkt uit het onderzoek van Kantar. Een derde (34%) van de ondervraagden gelooft dat de sierteeltsector positieve invloed heeft op het bevorderen van duurzaamheid in de samenleving. Daarbij wordt de sector vooral geassocieerd met een ‘natuurproduct dat mensen blij maakt’. Bloemen en planten zijn voor de ondervraagden met name goed voor de planeet (24%) en de eigen gezondheid (20%).
De positieve associaties nemen niet weg dat 47% van de consumenten de sector ook ziet als reactief waar het gaat om duurzaamheid. 5% van de respondenten heeft een uitgesproken negatief beeld van de sector. Waar de consument wil kiezen voor duurzaam product, ontbreekt het nu nog vaak aan herkenbaarheid en de juiste informatie.
Goede bedoelingen
Het onderzoek toont aan dat de duurzame intenties en het gedrag van de consument vaak nog ver uit elkaar liggen. Zo geeft bijna 90% aan meer lokaal geproduceerde bloemen en planten te willen kopen als de keuze er is, tegenover 36% die het daadwerkelijk ook doet. Meer betalen voor duurzamer product is oké voor 67%. Maar eenmaal in de winkel zegt 60% – ondanks de goede intenties – toch te kiezen voor het goedkopere en minder duurzame product. Ook als het gaat om duurzame verpakkingen lopen intenties en gedrag niet gelijk op. 86% wil graag vaker bloemen en planten kopen met minder plastic decoratie- en/of verpakkingsmateriaal. Daar staat tegenover dat 63% bloemen en planten koopt met mooi, maar plastic verpakkingsmateriaal.
Keten aan zet
Gevraagd naar wie verantwoordelijkheid moet nemen in verduurzaming van de sector, zijn de respondenten duidelijk en genuanceerd. Daarbij hebben zij de gehele keten in beeld en is er ook aandacht voor de eigen rol. Producenten, retailers en overheid worden elk door bijna driekwart van de ondervraagden genoemd. 70% steekt hand in eigen boezem door de eigen verantwoordelijkheid concreet te noemen.
Momentopname
Van der Loo benadrukt dat de resultaten een momentopname weergeven. De actualiteit is van grote invloed op hoe consumenten tegen duurzaamheid aankijken. Het onderzoek is daarom niet bedoeld om er harde conclusies aan te ontlenen, maar als inzicht die eventueel nuttig is bij te nemen acties bij verdere verduurzaming van de sector.
Wouter Persoon van Esperit Elements denkt dat na de zomer, na de meting in het onderzoek, inderdaad de perceptie van consumenten al weer is veranderd. Dat de hoge gasprijs naar de winter toe pas echt tot consumenten doordringt en de gevolgen voor hun portemonnee en bij een enkeling de consequenties van telen van bloemen en planten in verwarmde en belichte kassen.
Karolien Tesselaar van Tesselaar Alstroemeria in Luttelgeest ondervindt continu hoe consumenten bloemen en planten beleven. Directe omwonenden die weten hoe het bedrijf zo duurzaam probeert te telen, zijn positief. Ze merkt dat vooral jongeren menen dat telen van bloemen en planten slecht is voor het milieu. Nieuw voor Tesselaar is dat er zelfs al consumenten zijn die liever geen bloemen of planten als cadeau wensen.
Vervolgonderzoek
Het onderzoek is in augustus gehouden nog voor de uitzending van de Avondshow van Arjan Lubach waarin hij de bloemenindustrie enorm negatief op de hak neemt en nog voordat bij de consument de gasproblematiek ’top of mind’ was. Dit heeft zeker invloed op de resultaten. Daarom wordt er ook een gevolg gegeven aan het BBH duurzaamheidsonderzoek, gaf directeur Yvonne Watzdorf te kennen. Opgeroepen wordt vragen ten aanzien van dit onderzoek te uiten. Die worden dan geclusterd in de komende maanden, waarna begin 2023 een vervolgonderzoek wordt gestart. Waarin nu wel een onderscheid gemaakt gaat worden tussen bloemen en planten wat betreft perceptie van de consument van hun duurzaamheid.
Daarnaast komt Bloemenbureau Holland in november met inzichten naar buiten hoe de hoge inflatie van invloed is op de aankoop van bloemen en planten.
