Het blijft stil aan de andere kant van de lijn. ‘Dus zeg het maar,’ probeer ik nogmaals. ‘Een kar per week voor een vaste jaarprijs en die ander voor de dagprijs?’ Ik hoor hem twijfelen. ‘Ja, doe dat dan maar. Dan zien we wel.’ Ik lach. ‘Beter zo dan dat je straks een kar extra wil hebben en dat we nee moeten verkopen. Je kan er maar beter op tijd bij zijn.’
Bangmakerij, we zijn er goed in. Met wij bedoel ik Nederlanders. Of misschien werkt het overal wel zo? Neem nou de weercodes. Er kwamen forse buien aan met onweer en windstoten en dus code geel. ‘Maar eigenlijk’ zeiden sommige weermannen, ‘is het code oranje!’ En natuurlijk krijg je dan de discussie of het hier gaat om realiteitszin of bangmakerij. Hier in Bleiswijk viel het mee, maar wellicht was het elders anders.
Als je een gezin hebt met kinderen herken je het ook. Het begint al met de hete kachel. ‘Kijk uit hoor!’ zeg je tegen je peuter. ‘De kachel is heet! Auw!’ Een beetje bangmakerij, maar wel van het heilzame soort. Onbewaakte spoorovergangen? Levensgevaarlijk. Een weg met auto’s oversteken idem. Je adviseert je kinderen om de ogen open te houden, eerst naar links, dan naar rechts en tenslotte nogmaals links te kijken.