De troonrede stond dit jaar in het teken van de onzekerheid in de huidige tijd die door zowel burgers als ondernemers worden gevoeld. Volgens koning Willem-Alexander zit er tegenstrijdigheid in enerzijds economische groei en lage werkeloosheid, en tegelijkertijd mensen die in hun bestaanszekerheid worden bedreigd door stijgende kosten voor levensonderhoud.
Vanuit de Koninklijke Schouwburg sprak koning Willem-Alexander de troonrede uit. Dit jaar dus opnieuw niet in de Ridderzaal, vanwege de verbouwing van het Binnenhof. Voor het eerst was prinses Amalia aanwezig bij het uitspreken van de troonrede.
Grote veranderingen
Volgens de koning leven we in tijden van grote veranderingen, waarbij we aan sociale, economische en ecologisch grenzen raken. Dit vraagt om een andere manier van werken en samenleven. Er moet ruimte zijn voor protest. Wel geldt steeds dat samenwerken sterker maakt dan polariseren.
Prijsplafond energie
Het kabinet trekt 18 miljard euro uit om gestegen kosten en inflatie te compenseren, met name van lage- en middeninkomsten. Er komt een prijsplafond voor energie en de verlaging van belasting op brandstoffen blijft.
De minimumlonen en uitkeringen stijgen per 1 januari met 10%. De inkomstenbelasting daalt en de arbeidskorting wordt verhoogd, zodat werken loont. De winstbelasting voor bedrijven gaat omhoog, waarbij het midden- en kleinbedrijf zoveel mogelijk wordt ontzien.
Nieuwe woningen
Er worden tot en met 2030 in Nederland 900.000 nieuwe woningen bijgebouwd. De overheid trekt hierbij de regie meer naar zich toe.
De koning vroeg ook aandacht voor de grote droogte van dit jaar. Dit onderstreept nogmaals de noodzaak om door te gaan met het aanpassen van onze maatschappij aan klimaatverandering.
Ruimte voor topsectoren
Er moet meer ruimte komen voor topsectoren, om zo extra banen te creëren. Vaste banen moeten de norm worden, en er moet daarom een betere balans komen tussen flexwerk en vaste contracten. Een fatsoenlijke behandeling van arbeidsmigranten is daarbij heel belangrijk.
De kinderopvang wordt de komende jaren bijna geheel vergoed, zodat meer mensen kunnen meedoen op de arbeidsmarkt.
