Uiterlijk 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst weer écht handhaven op schijnconstructies, waarbij werkgevers zelfstandigen werk laten doen dat eigenlijk door een werknemer zou moeten worden uitgevoerd. Dat heeft het kabinet 24 juni bekendgemaakt. De handhavingsstop gaat er zo mogelijk eerder af. De schijnconstructies zorgen voor ongelijkheid op de arbeidsmarkt, maar ze worden nauwelijks voorkomen.
Sinds 2020 is de zogenoemde handhavingsmoratorium schijnconstructies van kracht. De Belastingdienst handhaaft bij opdrachtgevers alleen als de dienst werkgevers als kwaadwillend ziet of als ze aanwijzingen heeft.
Het kabinet wil “in stappen” toewerken naar volledige handhaving, zeggen minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) en staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) in een brief aan de Tweede Kamer. Het opheffen van het handhavingsmoratorium is één van de stappen om de problemen rond schijnzelfstandigheid aan te pakken en de arbeidsmarkt toekomstbestendig te maken. Andere stappen in relatie tot de arbeidsmarkt zullen op korte termijn worden aangekondigd.
In het najaar komen beide bewindspersonen met een brief over het werken als zelfstandige, inclusief een plan van aanpak over de intensivering van de handhaving tot het moment dat het moratorium wordt opgeheven. De bewindspersonen willen werken aan de gelijktrekking van de fiscale regelingen van werkenden en de versterking van de sociale zekerheid voor zelfstandigen (arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers).