Het kabinet heeft besloten dat werkgevers maximaal 25% van het minimumloon in rekening mogen brengen voor huisvestingskosten. De geplande afbouw van deze regeling per 1 januari 2026 gaat niet door. Het risico bestaat dat de afbouw van de inhouding op dit moment meer nadelen dan voordelen voor de arbeidsmigrant heeft.
De bescherming van de arbeidsmigrant staat voorop. Daarom neemt het kabinet het besluit om nu nog niet te beginnen met de afbouw van de inhoudingsmogelijkheid. Ook wordt het voorstel nu niet naar de Raad van State gestuurd voor advies.
Het besluit van minister Mariëlle Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werd plotseling eind oktober genomen. Haar voorganger Eddy van Hijum (NSC) wilde vanaf volgend jaar juist stapsgewijs af van deze regeling, omdat die uitbuiting in de hand zou werken.
Al jaren eigen regeling in cao Glastuinbouw en cao Open Teelten
In zowel de cao Glastuinbouw als de cao Open Teelten staat al jaren een eigen regeling voor het aftrekken van huisvestingskosten van het minimumlooon. De werkgever mag per week een maximum van 20% van het voor de werknemer geldende wettelijk minimum(jeugd)loon op basis van een 38-urige werkweek inhouden. Bij de in rekening gebrachte kosten zijn huur, water, en energiekosten inbegrepen. Zolang de cao loopt hadden de werkgevers er gebruik van mogen maken; dus respectievelijk tot 1 april 2026 in de glastuinbouw en tot 1 juli 2027 in open teelten. Nu de afbouw niet doorgaat, is een einddatum niet meer relevant.
Meerdere kanten
Een eerdere verkenning laat zien dat er in de praktijk verschillende kanten zitten aan de regeling. De regeling vergroot de afhankelijkheid voor arbeidsmigranten van werkgevers en kan bijdragen aan een onwenselijk verdienmodel. Daar staat tegenover dat de regeling het makkelijker maakt voor arbeidsmigranten en werkgevers om huisvesting te regelen.
Daarnaast kan de overheid door deze regeling eisen stellen aan de kwaliteit van de woning. Zo mag de werkgever enkel geld inhouden voor huisvesting als de woning gecertificeerd is. Met het afschaffen van de regeling verliezen we deze vorm van toezicht.
De afbouw van de regeling kan ertoe leiden dat de situatie van de arbeidsmigrant verslechtert door de huidige positie op de woningmarkt. Ook wil het kabinet de regeling nu niet afbouwen omdat andere maatregelen die arbeidsmigranten moeten beschermen rondom huisvesting nog niet allemaal in werking zijn.
Positie arbeidsmigrant verbeteren
Tegelijkertijd werkt het kabinet aan het verstevigen van de positie van arbeidsmigranten door de afhankelijkheid van arbeidsmigranten van hun werkgever te verminderen en onwenselijke verdienmodellen te beperken. Zo zijn er Work in NL-informatiepunten om arbeidsmigranten te informeren over hun rechten. Met het wetsvoorstel toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) verbetert de positie van kwetsbare arbeidskrachten, in het bijzonder ook arbeidsmigranten. Daarnaast werkt de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) aan een wetsvoorstel om de huurbescherming van arbeidsmigranten te verbeteren.
Vakbonden oneens
Volgens FNV wordt een pervers verdienmodel over de rug van arbeidsmigranten in stand gehouden nu toch huur mag worden inhouden op loon. Dat is tegen het zere been van de vakbond. Ze zeggen niet betrokken te zijn bij het besluit en vinden dat arbeidsmigranten zo dubbel afhankelijk blijven van hun werkgever. Die kan dan als baas en huisbaas kan optreden. Daarnaast biedt de mogelijkheid om huur in te houden werkgevers een sluipweg om het werk van arbeidsmigranten goedkoop te houden, klaagt FNV. „Het is onacceptabel dat een tijdelijk minister die notabene zegt misstanden te willen bestrijden, maatregelen in stand houdt die precies die misstanden veroorzaken”, zegt Jacqie van Stigt, interim-bestuurder arbeidsmigratie bij FNV.
Vakbond CNV staat daarentegen volledig achter het besluit van Paul om het inhouden en verrekenen van huisvestingskosten op grond van een AmvB mogelijk te houden. Dit vanwege het feit dat het dan controleerbaar blijft op de loonstrook. „Dit inhouden en verrekenen heeft niets te maken met de overige standpunten rond arbeidsmigratie. Deze maatregel heeft niets te maken met scheiding tussen werken en wonen en ook niets met maximale huisvestingskosten. En met welke rechtsbescherming dan ook”, licht bestuurder Henry Stroek toe. CNV vindt nog steeds dat arbeidsmigranten meer rechtsbescherming moeten krijgen. Liefst via huurovereenkomsten of het beperken, maximaliseren van huisvestingskosten zoals ook bij kamerverhuur van studenten en sociale woningbouw aan de orde is
Meer verdeeldheid
Niet alleen de vakbonden staan lijnrecht tegenover elkaar. Samen met FNV hebben het Leger des Heils, Fairwork en Stichting Bewonersbelangen geven in een gezamenlijk brief aan de minister aan dat uitzendbureaus met het terugdraaien van onder meer deze maatregel opnieuw ruim baan krijgen door te gaan met ’dubieuze praktijken’. Ook de Nederlandse Arbeidsinspectie is voor de afschaffing van de inhoudingsregeling, omdat die het belangrijk vindt dat het verdienmodel van vervoer, werk en huisvesting minder aantrekkelijk wordt voor werkgevers.
Uiteraard kan de stap van Paul op steun rekenen van werkgevers- en uitzendorganisaties. De Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) benadrukt evenals CNV de transparantie, maar is er ook van overtuigd dat de regeling de kwaliteit van wonen borgt.
