Demissionair landbouwminister Adema heeft besloten het Fonds Kleine Toepassingen nog vijf kalenderjaren te continueren. Hierbij wordt evenals in voorgaande perioden uitgegaan van 50% financiering door de private partijen en 50% door het Ministerie van LNV. De bewindsman geeft hiermee gehoor aan een aangenomen motie van Kamerlid Grinwis en volgt adviezen op uit het rapport ’Advies vervolg Fonds Kleine toepassingen’.
Adema heeft besloten om de reikwijdte van het fonds iets aan te passen. Het vorige fonds kleine toepassingen was gericht op het verkrijgen van een uitbreiding van een toelating van gewasbeschermingsmiddelen met kleine toepassingen en voor een ontheffing voor het mogen uitzetten van biologische bestrijders ofwel natuurlijke vijanden. Hieraan wordt toegevoegd het verkrijgen van een (uitbreiding van de) goedkeuring van basisstoffen op Europees niveau toe.
Daarnaast worden enkele randvoorwaarden gesteld aan het verkrijgen van een uitbreiding van de toelating van gewasbeschermingsmiddelen met kleine toepassingen die (mede) gefinancierd worden via het fonds. De eerste randvoorwaarde is dat het niet meer mogelijk is om aanvragen in te dienen voor gewasbeschermingsmiddelen die werkzame stoffen bevatten die volgens in aanmerking komen om vervangen te worden. De tweede randvoorwaarde is dat bij de toekenning van aanvragen voorrang wordt gegeven aan laagrisicomiddelen.