Het groeitempo in de flexbranche vlakt in 2023 verder af vanwege de personeelstekorten in combinatie met de toegenomen kans op een recessie. Naast de structureel krappe arbeidsmarkt door vergrijzing en vergroening, zet ook nieuwe regelgeving het verdienmodel van veel flexbedrijven onder druk. Het grootste risico voor de sector wordt het ongelijke speelveld tussen uitzendkrachten en zzp’ers, dat ontstaat door de modernisering van de arbeidsmarkt.
Door de nieuwe regelgeving wordt flexwerk in de toekomst duurder en minder flexibel. Naast regelgeving voor uitzenders, komt er ook nieuwe regelgeving voor zzp’ers. Deze worden echter naar alle waarschijnlijkheid niet gelijktijdig uitgevoerd, waardoor de fiscale verschillen tussen zzp’ers en uitzendkrachten op de korte termijn naar verwachting eerder groter dan kleiner worden. Dit vergroot het risico op een verdere verschuiving van de inhuur van uitzendkrachten naar zzp’ers. Dit blijkt uit het nieuwe vooruitzicht flexbranche van ING Research.
zzp’er in plaats van uitzendkracht
‘De nieuwe beleidsplannen voor de arbeidsmarkt bieden uitzendkrachten meer zekerheid, maar zetten tegelijkertijd het verdienmodel van veel flexbedrijven onder druk’, stelt Katinka Jongkind, econoom Services bij ING Research. ‘Het grootste risico voor de sector betreft het ongelijke speelveld tussen uitzendkrachten en zzp’ers dat dreigt te ontstaan. Ondanks dat er zowel plannen voor de uitzendmarkt als voor zzp’ers zijn, worden ze naar alle waarschijnlijkheid niet gelijktijdig uitgevoerd. Zo wordt de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers vanwege uitvoeringsproblemen tenminste naar 2027 doorgeschoven. De handhaving op schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst wordt eveneens doorgeschoven naar uiterlijk 1 januari 2025. Hierdoor worden de fiscale verschillen tussen zzp’ers en uitzendkrachten op korte termijn eerder groter dan kleiner. Dit vergroot het risico op een verdere verschuiving van uitzendcontracten naar zzp’ers.’