Bestrijdingsmiddelen met de werkzame stof neonicotinoïden zijn niet alleen schadelijk voor bijen en hommels, maar ook voor bijna alle vogels. Uit onderzoek van Wageningen Universiteit blijkt dat de overlevingskans van vogels lager is na aanraking met neonicotinoïden. Ook een verslechterde gezondheid en negatieve effecten op gedrag en voortplanting worden genoemd als impact op de vogels.
Neonicotinoïden zijn terug te vinden in bepaalde insecticiden. Eerder was al duidelijk dat neonicotinoïden schadelijk zijn voor bijen en hommels. Meer onderzoek is gewenst omdat er nog veel onbekend is over de impact van middelen. Het onderzoek van Wageningen Universiteit (WUR) richt zich op twaalf verschillende vogelsoorten en vijf neonicotinoïden. De effecten van de stoffen blijken onderling nauwelijks verschillend. Voor alle vijf stoffen zijn er negatieve gevolgen voor vogels. Zo blijkt dat aanraking met neonicotinoïden het voortplantingssucces van vogels aantast; jonge vogels hebben vaker kans op complicaties; het gedrag verandert; de oriëntatie vermindert waardoor migrerende vogels eerder de weg kwijt raken en de algehele overlevingskans verkleint.
Vogelbescherming
De onderzoekers van WUR werkten voor deze publicatie samen met de Vogelbescherming. Voor de studie analyseerden zij gegevens uit 49 eerder gepubliceerde onderzoeken. In deze onderzoeken werden vogels via hun voedsel of via directe toediening blootgesteld aan neonicotinoïden. Er zijn meer dan 1000 effecten onderzocht.
Toelatingen van Ctgb
Het Ctgb perkte de toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen op basis van neonicotinoiden sterk in. Door deze strenger geworden restricties zijn de meeste verzoeken om de werkzame stof opnieuw goed te keuren, ingetrokken of afgewezen, meldt de instantie op haar website. Op dit moment is alleen de werkzame stof acetamiprid nog goedgekeurd in Europa.
Neonicotinoïden zijn stoffen die lang in het milieu achterblijven. Ondanks de strenger geworden ristricties worden er dus alsnog gewassen gevonden die besmet zijn met neonicotinoïden.
