Wageningen University & Research start deze maand een nieuw onderzoek om Fusarium in verschillende bloembollen aan te pakken. Om direct te starten met het onderzoek, is materiaal nodig dat vermoedelijk Fusarium bevat. De onderzoekers zoeken plantmateriaal en bollen plus grondmonsters van besmette percelen.
Aanleiding voor het onderzoek is de toename van problemen met Fusarium, die de onderzoekers zien. Ze verwachten dat de problemen alleen maar toenemen, omdat chemische middelen verdwijnen. ’Een verbeterd integraal teeltsysteem kan hiervoor een oplossing bieden’, schrijven de bloembollenonderzoekers bij hun oproep om materiaal in te sturen.
Het gaat de onderzoekers om monsters van plantmateriaal en/of bloembollen van alle gewassen behalve tulp, waarvan kwekers vermoeden dat de problemen veroorzaakt zijn door Fusarium. Uit dit materiaal isoleren de onderzoeker de Fusariumstammen. Die stammen gebruikt ze om specifieke detectietoetsen voor verschillende teelten te ontwikkelen. Voor tulp is al zo’n toets. Op het bloembollenmonsterformulier staat alle informatie en de adressen om de bollen in te sturen.
Ook grondmonsters zijn nodig van percelen waarvan bekend is dat er eerder besmette tulpen op stonden, of van percelen die vermoedelijk besmet zijn. Die monsters dienen om voor tulp reeds bestaande detectiemethode uit te breiden. Zo is ook in de grond vast te stellen of Fusarium aanwezig is. Op het grondmonsterformulier staat de benodigde informatie.
Het onderzoek is onderdeel van de Publiek Private Samenwerking Schone bol, Schone grond. Daarin wordt bestaande kennis over Fusarium én nieuw uit te voeren onderzoek in meerdere bolgewassen samengebracht. Het gaat om meer kennis over de ziekteverwekker en hoe deze uit de bollen, de grond en de hele gewasrotatie is te weren.
