De marktbroeishow van CNB in Bovenkarspel blijkt een grote praktijkproef met ULO-bewaring. Alle waterbroeicultivars die woensdag 5 tot en met vrijdag 7 maart zijn getoond, zijn eind september de ULO-cel in geweest.
Bij het verzamelen van de broeibollen stelden de vertegenwoordigers al vast dat het een risico is om bollen van verschillende bronnen naar een bedrijf te sturen om in bloei te laten trekken. „De kans op tulpengalmijt is al groot en je wilt een besmetting niet naar zo’n bedrijf brengen”, zegt hoofd Teeltadvies Yorick van Leeuwen van CNB. Hij zag besmettingen in een aantal monsters en ingrijpen was noodzakelijk.
’Er moest iets gebeuren’
Van Leeuwen besloot zo’n 150 verschillende cultivars te behandelen in de Ultra Low Oxygencel van CNB in Bovenkarspel. „Er moest iets gebeuren, want anders zou een deel van de cultivars niet te showen zijn geweest vanwege de tulpengalmijt. Bovendien zouden de cultivars elkaar allemaal besmetten.” Omdat het inmiddels september was, is gekozen voor behandeling van de waterbroeitulpen. Ze gingen twee keer de ULO-cel in, op 28 september en op 8 oktober. De potgrondtulpen waren al deels opgeplant. „We hebben geen onbehandelde waterbroeibollen, dus in die zin was het geen wetenschappelijke proef. Het laat wel zien dat een ULO-behandeling goed mogelijk is zonder schade.”
Standaard
Het was volgens Van Leeuwen spannend, maar over het resultaat is hij tevreden. Op enkele uitzonderingen na, stonden de tulpen er goed bij. De bezoekende kwekers en exporteurs vonden het ook een fraaie show. „De oorzaak van de schade die sommige tulpen lieten zien, was ethyleen. Daar is iets tegen te doen en dat doen we ook. ULO in combinatie met een ethyleenblok wordt de standaard.” CNB breidt het aantal ULO-cellen uit van twee naar zes, om komend seizoen meer partijen te kunnen behandelen volgens de CATT-methode.
Lees meer over de marktbroeishow in Greenity 193, die rond 21 maart verschijnt.
7 maart 2025
