De sterke verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) in de afgelopen jaren vereist ook voor de cao Open Teelten een nieuwe opbouw van het loongebouw. Daarover zijn sociale partners het eens, maar de ideeën erover liggen nog ver uiteen. Verder hechten de werkgevers nog sterk aan de regeling seizoensarbeid die ze willen verruimen. CNV en FNV willen juist af van de regeling.
De huidige cao Open Teelten loopt op 30 juni af. Over een nieuwe cao hebben sociale partners al twee overleggen gevoerd, maar slechts kleine stappen gemaakt. De volgende onderhandelingsronde staat gepland op 8 juli, zodat een cao-loos tijdperk aantreedt.
Loonbod van 4,7%
De, extra, verhogingen van het WML hebben ervoor gezorgd dat het loongebouw van de cao Open Teelten geen logische lijn meer heeft. Het bestaande loongebouw is als het ware ‘in elkaar geschoven’. Een hogere meer verantwoordelijke functie hoeft niet direct tot een hoger loon te leiden. Er zal dus een herstelactie in het loongebouw plaats moeten vinden.
Werkgevers pleiten onder andere ervoor dat de startsalarissen (het salaris van trede 0) van iedere functiegroep per 1 juli opnieuw worden bepaald met een nominale verhoging ten opzichte van de lagere functiegroep op basis van het WML per 1 juli. Deze herinrichting van het loonbouw leidt tot een gemiddelde verhoging van de schaalsalarissen met 4,7%. Dat is in hun ogen een redelijk voorstel, omdat ten opzichte van 2021 het minimumloon met bijna 30% is gestegen. „Veel ondernemers naderen het punt dat deze kostenverhogingen nauwelijks meer zijn te absorberen”, aldus de werkgevers. FNV ziet de 4,7% niet als serieus volledig loonbod, wat de onderhandelingen bemoeilijkt.
FNV komt looneis, CNV niet
CNV is niet met een looneis gekomen, FNV wel. Uitgaande van een eenjarige cao komt FNV met een looneis per 1 juli van 8% voor alle lonen. En het minimumloon in de cao moet gesteld worden op €16 per uur. Het loongebouw moet worden aangepast aan dit minimumloon.
Uitgangspunt voor CNV wat betreft aanpassing van het loongebouw en stijging van de lonen is dat de kosten van de wettelijke loonsverhogingen van de laagst betaalde niet op het bordje moeten komen van vaste, trouwe medewerkers in de schalen E en hoger. Zij hebben immers ook te maken met inflatie en wensen koopkrachtbehoud en of herstel.
Wel of geen regeling seizoensarbeid
De agrarische sector zal volgens de werkgevers blijvend te maken hebben met seizoenarbeid. Dat is inherent aan een sector die zo afhankelijk is van de seizoens- en weersomstandigheden. Om het werk te kunnen doen in een krappe arbeidsmarkt willen ze medewerkers, die tijdelijk naar Nederland komen, zo effectief mogelijk inzetten. Zowel in het belang van de werknemer als werkgever. Vandaar ook het voorstel van werkgevers om de regeling voor seizoenarbeid te verruimen.
FNV en CNV vinden de uitzonderingspositie van de werknemer die onder regeling voor seizoenarbeid vallen juist ongewenst. Ze stellen voor de regeling seizoensarbeid in de huidige vorm af te schaffen. Dit doen ze met name omdat de lonen op WML-niveau en de B-schaal in elkaar gegroeid zijn en ze regelmatig misbruik constateren. Daarnaast is een ongelijke beloning voor dezelfde werknemers niet meer te rechtvaardigen op grond van wetgeving. Het strookt niet met ‘gelijk loon voor gelijk werk’.
Overige onderwerpen
De volgende onderhandelingsronde staat gepland op 8 juli. Dit wordt een belangrijke ronde waarbij de loonsverhoging en het loongebouw verder worden besproken Naast deze items liggen meer onderwerpen op de onderhandelingstafel. De belangrijkste zijn:
• Seniorenregeling. Hoe blijft die betaalbaar?
• Omgangsvormen en veiligheid. Er zijn stappen gezet op het gebied van verbetering van omgangsvormen en veiligheid op de werkvloer.
• Reiskostenvergoeding. Er is nog geen beweging op dit punt. FNV wil een vergoeding vanaf de eerste kilometer. CNV wil een vergoeding voor alle medewerkers.
Werkgeversschets van huidige situatie in boomkwekerij, vaste planten en zomerbloemen
Door de veelheid aan type bedrijven in deze sector zijn de uitdagingen ook zeer divers. Gemeenschappelijke issues die voor alle ondernemers spelen hebben te maken met wet- en regelgeving, arbeidsmarkt en afzetmarkt. De wet- en regelgeving vraagt steeds meer van de ondernemers, met name de spuitvrije zones vragen om veel aanpassingen binnen het bedrijf. Maar ook regelgeving rondom veenvrije teelt is iets wat niet zomaar uitgevoerd is. Dit vraagt veel onderzoek – trial en error – bij de bedrijven.
De arbeidsmarkt is een punt van aandacht: goed opgeleid en ingewerkt personeel is niet eenvoudig te behouden. De sector richt zich voornamelijk op arbeidskrachten in vaste dienst. Automatisering is niet eenvoudig doordat er gewerkt wordt met natuur en natuurproducten. Tenslotte is de afzetmarkt onzeker. Er wordt veel geëxporteerd in deze sector. Een rumoerige wereld maakt export moeilijk.