Met de ondertekening van het convenant ’Drentse Lelie’ door 18 kwekers, Drenthe en het HLB op vrijdagmiddag in Bovensmilde bij leliekwekerij en loonbedrijf Timmermans, spraken kwekers af het middelengebruik op hetzelfde niveau te brengen als akkerbouwgewassen. Het convenant is een samenwerking tussen kwekers, de provincie Drenthe en onderzoeksbedrijf HLB.
Directeur Janny Peltjes van het HLB bracht de partijen bij elkaar. „De leliesector werkt aan verduurzaming. Er is lang gewerkt aan draagvlak, maar nu is de handschoen opgepakt door alle leliekwekers in Drenthe. De impact kan enorm zijn. Nu kan de leliesector in Drenthe voorop lopen met het verhaal dat de milieuimpact straks vergelijkbaar is met die van voedingsgewassen.”
Omwonenden
De milieuimpact van de Drentse teelt wordt door het HLB gemeten. Vervolgens zorgen de betrokken partijen voor communicatie binnen en buiten de sector. Leliekweker Gert Veninga uit Hijken is een van de ondertekenaars: „Er staat hier een trotse, stoppende lelieteler. Dat we het met elkaar oppakken is heel positief. Jaren terug, nog voor 2020, had ik een gesprekje met omwonenden over de vraag wat er gebeurt als je helemaal niet spuit. Dat leidde tot een proef waarbij we niet spoten in minder gevoelige lelierassen. het lukte ten dele. We moesten wel onkruid wieden met arbeid uit Polen. Dat heeft ook milieu-impact.”
Discussie
Voor 2020 was het nog te vroeg, denkt Veninga. „Het leverde wel discussie op, ook met de landelijke bollenteelt. Inmiddels is er ook ervaring met Duurzame Bollenteelt Drenthe. Dat geeft vertrouwen. Dat project loopt nu op een eind, maar met dit plan gaan we weer een stap verder met z’n allen. Ik hoop dat we met een jaar of drie kunnen zeggen: Dat we ons daar druk over maakten. En dat we durven te zeggen: Zie ons eens! Dat is anders dan we geleerd hebben, tegengesteld aan de Drentse cultuur, die borstklopperij. We doen het nu al een aantal jaren en we bouwen het verder uit naar de lelieteelt met de geringste milieu-impact.”
Het is niet toevallig dat het in Drenthe is, stelt de kweker. „We kregen kritische omwonenden”, vertelt Veninga. „We zijn eerder aan het denken gezet dan de rest van Nederland. Aanvankelijk was het een Drents probleem, nu is het landelijk en dat realiseert iedereen zich.”
0.0
Alle telers in de provincie doen mee. Veninga: „Als je een perceel ziet, dan weet je dat geprobeerd wordt de milieu-impact zo laag mogelijk te houden. Dat gaan we ook kenbaar maken, via een bord bijvoorbeeld.” Er doen 18 bedrijven doen mee aan de teelt van de ’Drentse lelie 0.0’. Het is volgens Veninga een nieuwe teelt, die al in opkomst is.
Gedeputeerde Jisse Otten van de provincie is naar eigen zeggen al anderhalf jaar bezig ’de belangen van de leliekwekers te behartigen’. „Ik krijg bij elke vergadering vragen over de bollenteelt en gewasbeschermingsmiddelen. De laatste keer was er zelfs een actiegroep in het gebouw (Extinction Rebellion, red.) die pleitte voor een verbod. Gisteren hoorde ik het ook in de Tweede Kamer. De tijdgeest is veranderd. Het hele college vindt deze Drentse lelie een goede stap. Het maakt ook duidelijk dat de omgeving serieus wordt genomen.” Het is volgens Otten ook reden voor ’een stevige financiële bijlage’. De provincie steekt er de komende drie jaar 7,5 duizend euro in. „We hopen op mooi resultaat de komende drie jaar en ik hoop Drenthe bovenaan blijft.”
Vertrouwen
Volgens Peltjes tonen de telers tonen vertrouwen door mee te doen aan het project. Dat vertrouwen is er bij de provincie ook, zegt Otten. „We stimuleren dit graag. We kijken nog hoe we het goed borgen, maar duidelijk is – ook voor de de omgeving – dat stappen worden gezet. Dat dragen we goed uit richting de pers en op de velden. Spuit die veldspuit anders maar groen over”, suggereerde de gedeputeerde met een kwinkslag.