„We hebben al heel veel gedaan. Maar de laatste 5 procent reductievermindering van middelen is het meest lastig.” Met die woorden en de opmerking dat een transitie naar een geïntegreerde aanpak van gewasbescherming tijd kost probeerde de KAVB bij de omwonenden in Drenthe begrip te kweken voor de kwekers.
Irma Lukassen, beleidsmedewerker gewasbescherming bij KAVB, hield woensdagavond een presentatie in het provinciehuis in Assen. Tegenover veelal bezorgde omwonenden schetste ze waar de sector vandaan kwam, wat er al bereikt is en waar vandaag de dag de focus van de telers ligt op het gebied van gewasbescherming.
Doorspekt
Ze refereerde aan het Meerjarenplan Gewasbescherming, dat liep van 1990 tot 2000 en waar de agrarische sector met vlag en wimpel slaagde in haar doel het middelengebruik met 50 procent te verminderen. Ten opzichte van 30 jaar geleden is er zelfs een reductie geweest van 95 procent. „Maar daar gaat het nu niet om. Het gaat om die laatste 5 procent die we nog gebruiken en de impact van dat gebruik. Die laatste reductie is het meest lastig, maar geloof me, het zit doorspekt tussen de oren van de kwekers dat ze altijd op chemie moeten blijven verminderen.”
Polarisatie
Opvallend was volgens Lukassen bij dat Meerjarenplan dat 32 organisaties er op eigen initiatief advies op uitbrachten, zoals de Milieufederatie en Greenpeace. „We zaten toen met deze organisaties aan tafel om te kijken hoe we samen problemen konden oplossen. Tegenwoordig lezen we als sector in de krant wat organisaties vinden van onze manier van telen.” Die polarisatie betreurt de belangenbehartiger. De sector wil heel graag weer met dit soort partijen aan tafel om zo samen verder te komen.
Net als u heeft kweker drempels
Ook gaf ze een ‘les transitie’ aan haar toehoorders. Een transitie kenmerkt zich door twee stromen; een groep die het plan heeft en het plan wil gaan uitvoeren én een groep die daadwerkelijk moet transformeren; de kwekers, want van hen wordt immers de verandering verwacht. Dat vraagt bij hen een transformatie. Ze bracht dit proces terug naar de mensen in de zaal, zoals hun eigen invloed en handelen op het halen van de klimaatdoelen. „Er zijn altijd argumenten waarom mensen zaken wel of niet oppakken. Dat hangt af van verschillende factoren. Zo weten mensen dat het vliegtuig pakken niet goed is voor het milieu, maar ze hebben een goede vakantie nodig. Of dat ze bijvoorbeeld nog niet willen investeren in het huis isoleren of elektrisch rijden omdat het duur is.” Zo wil een kweker ook vaak wel, maar ook hij heeft drempels.
De toekomst
De basis van gewasbescherming bij kwekers is nu geïntegreerd telen en de focus daarbij is een weerbare teelt. Alles is gericht op het reduceren van chemie, het minder afhankelijk worden daarvan en het verminderen van de emissie. Ze keek met schuin oog naar de toekomst, en liet daarbij foto’s zien van een drone die pleksgewijs kan spuiten of de Laserweeder waar Boltha momenteel mee rijdt. „Gaan we dit morgen allemaal doen? Nee, want het is erg duur, namelijk 1 tot 1,5 miljoen, en zaken moeten nog verder uit ontwikkeld worden, maar dit wordt wel de toekomst.” Ze sloot af met: „ Wat de sector betreft – en ik snap dat dit vandaag voor u niet zo voelt -, hebben we daarmee wél een gezamenlijk doel. Want we willen allemaal gezonde mensen, een gezonde leefomgeving en een gezond milieu.”