Het kabinet dient een voorlichtingsvraag bij de Raad van State (RvS) in om de drempelwaarde voor stikstof in natuurgebieden te verhogen naar 1 mol/ha/ jaar. Het kabinet wil met deze stap de juridische houdbaarheid van deze rekenkundige ondergrens toetsen en versterken.
De drempelwaarde voor stikstofberekeningen ligt nu op 0,0049 mol per hectare per jaar. Komt een bouwproject dat binnen 25 kilometer van een Natura 2000-gebied plaatsvindt boven deze drempelwaarde dan is het vergunningplichtig. De kans is aanwezig dat in Nederland weinig vergunningen vergeven worden voor bijvoorbeeld de bouw van huizen. Daarom wil het kabinet de drempelwaarde verhogen.
Minister Femke Wiersma (LVVN): „Met het indienen van de voorlichtingsvraag zetten we weer een stap vooruit naar realistisch en uitlegbaar stikstofbeleid. Stikstofneerslag onder 1 mol/ha/jaar is zó gering, dat het model daar geen betrouwbare uitspraken meer over kan doen. Ik wil af van de doorgeslagen modellenwerkelijkheid die ons juridisch klemzet. De rekenkundige ondergrens is wetenschappelijk onderbouwd, en we willen daarnaast waarborgen dat deze juridisch houdbaar is. Daarom vragen we nu om voorlichting van de Raad van State.”
Onrechtvaardig
Bij veel economische activiteiten, zoals het houden van vee, woningbouw, infrastructuur en energieproductie, komt stikstof vrij. Dit geldt ook voor de tuinbouw. Denk aan de bouw van een kas, energieprojecten, plaatsing van een wkk, uitbreiding van de capaciteit van een wkk, sloop van een kas, herstructurering van een tuinbouwgebied et cetera.
Een deel van de stikstof daarvan belandt in de natuur, waardoor voor deze activiteiten een natuurvergunning nodig is. Op dit moment geldt een nagenoeg nulgrens (0,005 mol/ha/jaar). Het is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen waar zulke kleine hoeveelheden stikstof daadwerkelijk neerslaan, aldus Wiersma. Dit vindt het kabinet onrechtvaardig.
Daarom heeft professor Arthur Petersen, op verzoek van het ministerie van LVVN, een wetenschappelijke onderbouwing ontwikkeld voor een ondergrens in het model. Daaruit is een ondergrens van 1 mol/ha/jaar gekomen. Stikstofneerslag onder deze waarde is zo gering dat het niet meer meetbaar is en niet met voldoende wetenschappelijke zekerheid aan een bron kan worden gekoppeld. Daarom zijn berekeningen onder deze grens wetenschappelijk gezien onvoldoende betrouwbaar voor besluitvorming over projecten.
Solide, wetenschappelijke basis
Volgens het kabinet ligt er nu een solide, wetenschappelijke basis voor een rekenkundige ondergrens, waardoor projecten met een stikstofuitstoot onder 1 mol/ha/jaar geen natuurvergunning meer nodig zouden hebben. Die wetenschappelijke onderbouwing deelde het kabinet eerder al met de Tweede Kamer, en vertaalde ze de afgelopen weken naar een voorlichtingsvraag voor de Raad van State.
Het kabinet vindt het belangrijk om de Raad van State om voorlichting te vragen, aangezien dit helpt om de juridische onderbouwing te toetsen en te versterken. Uiteindelijk is het aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hoogste bestuursrechter om daar uitsluitsel over te geven. Dit kan pas gebeuren als de ondergrens wordt voorgelegd in een passende hogerberoepszaak. De huidige voorlichting door de Afdeling advisering van de Raad van State dient als een juridische toets vooraf, om de onderbouwing nog robuuster te maken. Het advies vormt daarmee een bouwsteen voor de uiteindelijke invoering.
Het voorlichtingstraject duurt doorgaans circa 10 weken. Het kabinet zal de Raad van State verzoeken deze kwestie met prioriteit te behandelen. De voorlichtingsvraag die vandaag naar de Raad van State wordt verstuurd, wordt ook met de Tweede Kamer gedeeld.
‘Niet meer sturen op neerslag stikstof’
LTO Nederland en Glastuinbouw Nederland zijn ook voorstander van het verhogen van de drempelwaarde. De glastuinbouwsector zou dan in veel gevallen niet vergunningplichtig meer zijn. Ze zouden ook graag zien dat de Kritische Depositie Waarde (KDW) uit de wet gaat. Het meten van de staat van de natuur gebeurt op basis van de KDW. Dat is de waarde waarboven het risico bestaat dat natuur significante schade lijdt door de invloed van stikstof. De KDW is gebaseerd op de neerslag van stikstof in de 162 Natura 2000-gebieden.
Glastuinbouw Nederland vindt dat het kabinet ervoor kan kiezen om niet langer te sturen op de neerslag van stikstof in een Natura 2000-gebied, maar op de uitstoot van stikstof door activiteiten van bedrijven en verkeer. De glastuinbouw heeft een CO2-sectorsysteem. Het is daardoor bekend wat de bijdrage van de glastuinbouw aan de stikstofuitstoot is.
MCE&N komt in voorjaar met contouren
Naast het kabinet is een Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCE&N) als gevolg van de twee rechterlijke uitspraken (in december 2024 en januari 2025) over het stikstofbeleid bezig om Nederland zo snel mogelijk van het slot te krijgen. In MCE&N zitten negen ministers, twee staatssecretarissen en de minister-president. Later in het voorjaar hoopt minister Wiersma de contouren van een pakket aan maatregelen bekend te maken. Dit is later dan aanvankelijk beoogd werd.
De commissie richt zich om een uitweg uit de stikstofimpasse te vinden op vier sporen. In spoor 1 bekijkt de commissie wat er juridisch kan om vergunningverlening mogelijk te maken. De commissie bekijkt of een ander systeem van vergunningverlening mogelijkheden biedt. Ze kijkt ook naar verbeteringen binnen het huidige systeem.
Binnen spoor 2 brengt de commissie in kaart welke mogelijke maatregelen kunnen bijdragen aan stikstofreductie, aanpak van overige drukfactoren en natuurherstel. Spoor 3 gaat over de aanpak en analyse van de impact van de ‘terugwerkende kracht uit de uitspraak van Raad van State. De rechter bepaalde dat intern salderen met terugwerkende kracht niet onvergund kan plaatsvinden. Spoor 4 gaat over de inzet richting Brussel en mogelijkheden in EU-wetgeving. In dit spoor brengt de commissie in kaart welke stappen er mogelijk zijn in Brussel, zowel op korte als op lange termijn.
Lees hier meer over de stikstofcrisis in Nederland.