De Arbeidsinspectie vindt dat ondernemers in de glastuinbouw en vollegrondsgroenten stappen moeten zetten tegen de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen. Telers zijn er vaak wel bekend mee, maar niet iedereen werkt veilig met die middelen. De Arbeidsinspectie gaat bedrijven hierop controleren.
De Arbeidsinspectie deed in het derde kwartaal van 2020 bij 85 tuinbouwbedrijven verkennend onderzoek naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, de kennis van de risico’s daarvan en de genomen maatregelen ertegen. Het heeft even geduurd voordat de resultaten openbaar gemaakt konden worden, maar sinds deze week zijn de resultaten bekend. Bijna 80% van de werkgevers en 87% van de werknemers in de glastuinbouw en vollegrondsgroenteteelt is zich bewust van de risico’s van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kan de risico’s opnoemen. Van de werknemers weet 62% wat ze moeten doen om zich te beschermen tegen de gezondheidsrisico’s.
Langetermijnrisico’s van gewasbeschermingsmiddelen worden vaak onderschat, aldus de Arbeidsinspectie in het rapport. Van de werkgevers maakt maar 30% zich zorgen over de (langetermijn)effecten op gezondheid en milieu. Die zijn er wel degelijk, zowel chemische als biologische middelen kunnen leiden tot bijvoorbeeld hersen- en huidaandoeningen.
De Arbeidsinspectie vindt dat de sector stappen moet zetten in veilig en gezond werken met gewasbeschermingsmiddelen en gaat naar aanleiding van dit onderzoek bedrijven controleren. Waar niet gezond en veilig wordt gewerkt treedt de Arbeidsinspectie handhavend op. „Een bedrijf kan na overtreding een waarschuwing of een boete krijgen. Als de overtreding ernstig is kan zelfs worden overgegaan tot stillegging van het bedrijf”, zegt een woordvoerder van de Arbeidsinspectie. De resultaten van deze inspecties worden later dit jaar bekend.
Vaak niet de juiste maatregelen na herbetreden
Vooral mengen van verschillende middelen brengt risico’s met zich mee. Zo kunnen nieuwe stoffen
ontstaan waarvan de gevaren niet bekend zijn. De meeste bedrijven (78%) mengen middelen, maar slechts 9% van de bedrijven voert de verplichte blootstellingsbeoordeling uit wanneer zij dit doen.
Bij het herbetreden van een behandelde kas of teeltoppervlak worden lang niet altijd de juiste maatregelen genomen. Zo draagt 38% van de werkgevers en medewerkers geen persoonlijke beschermingsmiddelen waar dat wel zou moeten. Terwijl ruim zes op de tien werkgevers wel weet welke herbetredingsmaatregelen nodig zijn na gebruik van gemengde gewasbeschermingsmiddelen. Waarom dit verschil zo groot is, is niet duidelijk.
De helft van de werkgevers geeft voorlichting
In de Arbocatalogus Glastuinbouw staat dat werkgevers ervoor moeten zorgen dat medewerkers op de hoogte zijn van de risico’s en dat ze weten hoe ze die kunnen voorkomen. Van de ondervraagde werkgevers geeft iets meer dan de helft (51%) voorlichting en instructies hierover aan vaste medewerkers en 63% van hen aan tijdelijke krachten. Volgens werknemers houdt 58% van de werkgevers toezicht op werken met gewasbeschermingsmiddelen.
Bij ruim twee derde van de bedrijven worden persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt. De Arbocatalogus Glastuinbouw raadt onder meer aan de aanwijzingen op het etiket en het veiligheidsinformatieblad op te volgen. Werkgevers of werknemers moeten volgens de Arbocatalogus spuitkleding dragen bij spuitwerkzaamheden, het gezicht beschermen met een volgelaatsmasker, handschoene en laarzen dragen van nitrilrubber of neopreen en beschermingsmiddelen na gebruik goed schoonmaken.
Telefonische vragenlijst
Vanwege de toenmalige coronamaatregelen kon de inspectie niet langsgaan bij bedrijven, maar belde ze 85 werkgevers in de Nederlandse glastuinbouw en vollegrondteelt om de vragenlijst telefonisch door te nemen. De resultaten van dit onderzoek zijn dus gebaseerd op wat werkgevers in de telefoongesprekken hebben aangegeven.