GroenLinks/PvdA-leider Frans Timmermans heeft tijdens de tweejaarlijkse Banninglezing op 21 februari gezegd dat de glastuinbouw en de intensieve veehouderij moeten worden verkleind of verplaatst naar het buitenland, omdat ze weinig bijdragen aan de Nederlandse economie terwijl ze sociaal en ecologisch zeer belastend zijn. Hij is de zoveelste prominent die hard uithaalt naar de sector.
Net als eerder na negatieve uitlatingen door Klaas Knot, president van de Nederlandse Bank, probeert Glastuinbouw Nederland direct het gesprek met Timmermans aan te gaan en hem te overtuigen van een genuanceerder beeld. BBB-leider Caroline van der Plas heeft al gereageerd: „Schrikbarend hoe weinig kennis deze man heeft over verduurzaming en reducties die al zijn behaald door deze sectoren. Glastuinbouw die 10% van stroomverbruik in NL opwekt. Goed voor miljarden economische waarde. Moeten weg naar landen waar eisen veel minder streng zijn.”
Recentste cijfers glastuinbouw
• De glastuinbouw telt ruim 3.300 bedrijven, op grofweg 9.400 ha kassen.
• De toegevoegde waarde van het glastuinbouwcomplex bedroeg in 2021 – volgens de meest recente jaarcijfers van WUR en Colland – ongeveer € 9,2 miljard. Dat is 1,1% van het bruto binnenlands product (bbp) en een stijging ten opzichte van 2020.
• Het glastuinbouwcomplex is sterk afhankelijk van de export. De exportwaarde bedraagt € 10,8 miljard. Circa 85% van de toegevoegde waarde van het glastuinbouwcomplex hangt samen met de export van groenten, bloemen en planten.
• De werkgelegenheid in het glastuinbouwcomplex is circa 89.000 arbeidsjaren oftewel 1,1% van de nationale werkgelegenheid. Primaire bedrijven verschaffen binnen het glastuinbouwcomplex de meeste werkgelegenheid: 63%.
• In piekperioden werken in de glastuinbouw zo’n 80.600 mensen, 26.900 meer dan in niet piekperioden. Daarvan is 48% in vaste dienst; 52%, voornamelijk arbeidsmigranten, staat dus niet op de loonlijst. Het aandeel arbeidsmigranten in niet-piekperioden bedraagt 36%. Daarnaast werken er 5.200 zelfstandigen in de sector, ongeacht piekperioden.
• Het minimumloon in Nederland is in 2024 na Luxemburg het hoogste in de EU.
Toekomstig Nederland
In zijn lezing vertelde Timmermans hoe Nederland er volgens hem uit zou moeten zien. „Nederland zal bij de inrichting van onze economie veel meer met de gevolgen voor onze demografische ontwikkeling rekening moeten houden. Sectoren die maar een klein deel van onze economie uitmaken en die zowel sociaal als ecologisch zeer belastend zijn, zoals de intensieve veehouderij en de glastuinbouw, zullen moeten worden verkleind of verplaatst naar oorden buiten Nederland waar de belasting veel minder is.”
Soortgelijke woorden staan in het rapport ‘Gematigde groei’ van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 dat half januari is gepresenteerd. In het rapport wordt voorgesorteerd op het beperken van instroom van arbeidsmigranten in lagelonenbanen, die te weinig bijdragen aan groei van de economie en de brede welvaart in Nederland.
Commissievoorzitter Richard van Zwol stelde in diverse landelijke media dat de problemen zitten bij de arbeidsmigranten die onder meer werken in kassen. Bij het in ontvangst nemen zei minister Karien van Gennip van Sociale Zaken: „Gekeken moet worden of economische activiteiten bijdragen aan de samenleving die we willen zijn. We hebben echt een probleem als het voor werkgevers aantrekkelijker is om drie medewerkers uit Oost-Europa te halen dan te investeren in een robot. Nederland moet geen lagelonenland willen zijn.”
Lagelonenland
Maar in hoeverre is Nederland een lagelonenland en de glastuinbouw een lagelonensector? De Vakbladen Bloemisterij en Groenten&Fruit hebben dat proberen te achterhalen. Ze klopten bij Rabobank, Wageningen Universiteit & Research en Glastuinbouw Nederland aan. Zij beschikten echter niet over concrete cijfers om aantijgingen van lagelonensector te kunnen weerleggen.
In aanloop naar het afsluiten van een nieuwe cao Glastuinbouw hebben de werkgevers Glastuinbouw Nederland, LTO Nederland en Plantum het loongebouw binnen de cao Glastuinbouw vergeleken met acht andere loongebouwen in de cao’s Open Teelten, Hoveniersbedrijf, Groothandel Bloemen en Planten, Groothandel Groenten en Fruit, Gemaksvoedingsindustrie, Supermarkten, Logistiek en AH-Logistiek. De resultaten daarvan zijn niet openbaar gemaakt, omdat ze enkel bedoeld waren als een interne inventarisatie om aanknopingspunten te hebben om te bouwen aan een toekomstbestendig loongebouw. Het enige wat er over werd logeslaten, is dat het loongebouw van de cao Glastuinbouw perspectief biedt in de eindlonen die per schaal zijn te bereiken.
Vaststaat dat het minimumloon in Nederland zowel in 2023 als ook per 1 januari 2024 aanmerkelijk is gestegen. Twee jaar geleden was het nog € 10,48 en nu is dat € 13,27 per uur. Daarmee heeft Nederland Duitsland van plek 2 verdrongen, als duurste van Europa na Luxemburg. In Duitsland ligt het minimumloon op € 12,41, in België op € 11,87 per uur. Bijna twee keer zoveel als de minimumlonen in Zuid- en Oost Europa (Slowakije € 6,96, Spanje € 6,55).
Invullen arbeidspieken nog geen probleem
De beschikbaarheid van seizoenarbeiders voor de oogstpieken van de komende maanden lijkt goed. ‘De meeste internationale medewerkers komen weer terug’, aldus aspergetelers en LTO Arbeidskracht.
„We hebben een grote groep medewerkers die jaarlijks terugkomt”, zegt Rik Kursten van aspergebedrijf Teboza in Helden. „Het werven doen we zelf en we leiden de mensen ook zelf op. Wij zien dat medewerkers met ervaring, die het asperge steken goed in de vingers hebben, graag terugkomen. Bovendien nemen ze vaak ook weer goede nieuwe mensen mee.”
Bij Teboza gaat het om meer dan 300 medewerkers. Op een iets kleinere schaal, van maximaal 12 internationale medewerkers tijdens de piek, heeft Hannie van Empel van Empel Asperges in het Brabantse Haaren precies dezelfde ervaring. „De vaste club mensen komt dit jaar weer. Dus geen zorgen voor het komend seizoen. En dat is eigenlijk al jaren zo.”
Zeker geen schreeuwend tekort
Ook bij andere telers én bij LTO Arbeidskracht staan de seinen niet op rood. „Nee hoor, zeker geen schreeuwend tekort”, zegt manager Melissa van der Kam. „Werkgevers investeren meer in het boeien en binden van ook hun internationale medewerkers.” De meerderheid daarvan komt nog steeds uit Polen, met Slowakije als opvallend land in opkomst, aldus Van der Kam.
Zorgen over negatieve publiciteit
Wel zijn er voor de langere termijn wat zorgen over de negatieve publiciteit die met name sinds de verkiezingen is opgekomen over arbeidsmigratie. Dat doet de aantrekkelijkheid van Nederland voor seizoenarbeiders van over de grens geen goed. Iets dergelijks kwam twee weken geleden naar voren in een onderzoek van de Rotterdamse Intelligence Group.