Met een opkomst van ruim 160 bezoekers én wat zon kon de open dag van Agrifirm-GMN in Breezand alsnog doorgaan afgelopen vrijdag. De expertisedag was eigenlijk op woensdag 22 mei gepland, maar werd na de hevige regenval in de nacht van dinsdag op woensdag verplaatst naar vrijdag 24 mei. Tijdens de open dag was veel aandacht voor de doorteeltproeven en groene gewasbescherming.
Ongeveer de helft van het aantal bezoekers heeft op vrijdag zijn spuitlicentie verlengd, vertelt Arjo van den Berg, teeltspecialist bollen bij Agrifirm-GMN. Hij blikt tevreden terug op het programma dat de organisatie vrijdag heeft gedraaid in Breezand. De aanwezigen werden rondgeleid langs de proeven op het veld. Ook konden zij een presentatie bijwonen met de laatste inzichten van Agrifirm-GMN in het tulpengalmijtonderzoek en werd er uitleg gegeven over de inzet van drones en over irrigatie en fertigatie.
Op het veld in Breezand worden diverse proeven gedaan op verschillende voorjaarsgewassen. Van den Berg: „Muscari’s, narcissen, tulpen, maar ook frittilaria’s: het voorjaarssegment is goed vertegenwoordigd. Bij ieder gewas onderzoeken we de knelpunten van deze tijd.” Het proefveld bestaat uit meerdere kleine partijtjes. Iedere partij wordt op een andere manier behandeld met middelen tegen bijvoorbeeld vuur, mijt of onkruid. Voor Van den Berg zijn vooral de doorteeltproeven erg belangrijk. Dit zijn een aantal proeven waarbij het plantgoed voor de onderzoeksobjecten wordt hergebruikt. „Normaal gesproken kopen we het plantgoed opnieuw in, vervolgens worden er proeven mee gedaan en daarna wordt de partij weggegooid. Door de partijen ook in de opeenvolgende jaren te gebruiken, kunnen we beter zien wat de lange termijneffecten zijn.” Agrifirm-GMN onderzoekt op deze manier wat de effecten zijn van langduriger gebruik van mangaanbemesting en het gebruik van toekomstige herbiciden. De onderzoeksobjecten liggen nu voor het tweede en derde jaar op het proefveld. „We testen verschillende middelen en kijken naar de verhouding prijs-efficiëntie. Bij een aantal middelen in het herbiciden-meerjarenonderzoek ondervinden we nu ook negatieve effecten, die het eerste jaar nog niet naar boven kwamen.”
Populair onder de bezoekers was de vuurproef in een aantal partijen tulpen, meldt Van den Berg. „In deze partijen was het effect van de middelen op het gewas, mooi te zien.” In de proef zijn drie alternatieven voor bladmeststof gebruikt. Opvallend is dat veel proeven van Agrifirm-GMN gefocust zijn op ‘groene middelen’. Van den Berg: „Ik merk bij veel kwekers dat de knop om is: we moeten toewerken naar alternatieve gewasbescherming. Het idee rondom biostimulanten was vaak nog vaag, maar ik denk dat dit idee reëler wordt. De knop is om, maar nu moeten de stappen gezet worden.” Voor Van den Berg was de open dag in Breezand ook een moment om te polsen wat zijn klanten vinden en willen. De teeltspecialist krijgt regelmatig de vraag of Agrifirm-GMN wel voldoende bezig is met de toekomst, geeft hij aan. „We proberen ideeën uit de praktijk te verwerken in proeven. Telers kunnen vaak door tijdgebrek niet zelf testen wat het beste werkt. Voor ons een belangrijke rol om te laten zien wat je als teler het beste kunt gebruiken, en op welke manier. En ja, als ik naar de onderzoeksobjecten kijk die hier liggen, durf ik te zeggen dat ons onderzoek zich absoluut richt op de toekomst.”