Er moet nog veel werk verzet worden wil de land- en tuinbouw in 2030 met 50% minder gewasbeschermingsmiddelen toe kunnen. Er zijn geen simpele oplossingen; het verdwijnen van chemische middelen betekent zelfs dat teelten opnieuw ontworpen moeten worden. Dit vergt veel investeringen in onderzoek en innovatie. Dit bleek tijdens de goedbezochte Innovation MeetUp ‘The Future of Crop Protection’ die op 1 november plaatsvond bij het World Horti Center in Naaldwijk.
De aankomende EU-verordening voor duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen stelt dat in 2030 het gebruik van chemische gewasbescherming en het gebruik van de meest gevaarlijke pesticiden in Europa met de helft verminderd moeten zijn. Deze verordening grijpt hard in op de bedrijfsvoering van Nederlandse tuinders. Er vindt al veel onderzoek plaats naar alternatieven voor chemie, maar hoe vinden deze alternatieven hun weg naar de praktijk? Welke belemmeringen zijn er nog en wat moet er gebeuren om deze weg te nemen? Deze vragen stonden centraal tijdens de MeetUp, georganiseerd vanuit het IMPACT2025-programma van Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (T&U).
Groene revolutie
„In een mondiaal perspectief kunnen we ons geen lagere opbrengsten veroorloven. Er zijn nieuwe technologieën nodig die deze opbrengsten garanderen en tegelijkertijd het gebruik van pesticiden verminderen. We hebben een enorme groene revolutie nodig, gericht op ecologische intensivering van de teeltsystemen”, aldus Toby Bruce, hoogleraar chemische ecologie van insecten aan Keele University (Verenigd Koninkrijk).
Voldoende voedsel produceren voor een groeiende wereldbevolking, is een uitdaging in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in duurzame landbouw betoogde Christy van Beek bij Bayer Crop Science. Het tegengaan van de effecten van klimaatverandering en het verminderen van de gevolgen voor milieu de twee andere.
Geen makkelijke opgave
Tijdens de paneldiscussie waren de sprekers en aanwezigen het erover eens dat de taak die voor ligt, geen makkelijke is. Nederland is gespecialiseerd in het telen van een groot aantal verschillende gewassen en die gewassen worden blootgesteld aan een groot aantal verschillende ziekten, plagen en onkruiden. Wanneer het aantal actieve stoffen dat voor de teler beschikbaar is minder wordt, zal de aanpak van deze ziekten, plagen en onkruiden niet gemakkelijker worden. Van Beek: „We hebben ook in de toekomst een breed scala aan oplossingen nodig voor een breed scala aan problemen.”