De provincie Drenthe moet van de de rechtbank Noord-Nederland bekijken of maatregelen mogelijk zijn tegen vluchtige gewasbeschermingsmiddelen. Dat is het resultaat van een uitspraak van de rechter op 24 april, in een zaak die actiegroep Meten=Weten aanspande tegen de provincie.
Vluchtige stoffen uit gewasbeschermingsmiddelen kunnen zich verspreiden naar Natura2000-gebieden. De actiegroep wil een verbod op veertien stoffen. Die stoffen zag de groep terug in metingen in de natuurgebieden. In 2021 verzocht Meten=Weten de provincie Drenthe de stoffen te verbieden en te handhaven, maar die ging daar niet op in. Drenthe was naar eigen zeggen niet bevoegd. Daarop volgde de gang naar de rechter, met handhavingsverzoeken als inzet.
’Passende maatregelen’
Op 13 maart 2025 diende de zaak bij een meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Nederland. Die gaf Meten=Weten op 24 april gelijk: de provincie had het handhavingsverzoek niet mogen afwijzen. Drenthe moet nu onderzoeken of de provincie bevoegd is om zogenoemde ‘passende maatregelen’ te nemen. Daarna moet Drenthe een nieuw besluit nemen.
’Passende maatregelen’ zijn een onderdeel van het Europees recht. Zo’n maatregel is bijvoorbeeld een beperking van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, los van de toelating door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De rechter heeft in het vonnis niet aangegeven welke maatregelen Drenthe kan of moet nemen. De uitspraak heeft net als eerdere uitspraken over Drentse geschillen mogelijk gevolgen voor gewasbeschermingsmiddelengebruik in andere regio’s.