Asielzoekers mogen meer dan 24 weken werken. Het kabinet past de regels nadat de Raad van State woensdag 29 november oordeelde dat de 24-weken-eis in strijd is met de Europese Opvangrichtlijn. Asielzoekers mogen meer dan 24 weken per jaar werken als hun asielaanvraag minstens zes maanden in behandeling is.
Asielzoekers mogen alleen werken als de werkgever een tewerkstellingsvergunning heeft. Deze vergunning wordt aangevraagd bij het UWV. Nu er duidelijkheid is van de hoogste bestuursrechter, kan volgens het kabinet per direct een tewerkstellingsvergunning worden afgegeven voor langer dan 24 weken. Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid licht toe: „Door de uitspraak van de Raad van State is er duidelijkheid voor asielzoekers die graag meer willen werken. Ze leveren een bijdrage aan onze samenleving én leren de taal sneller. Ook werkgevers weten nu waar ze aan toe zijn als ze een asielzoeker in dienst hebben.”
Hindernissen
Asielzoekers met een verblijfsstatus (statushouders) hebben nu vaak moeite om een baan te vinden, omdat ze alleen tijdelijk mogelijk werken zo lang de asielprocedure loopt. Onderzoeksbureau Regioplan meldde in april dat dit een van de oorzaken is. Ook kwamen bijvoorbeeld waardering van buitenlandse diploma’s en de tewerkstellingsvergunningplicht als hindernissen naar voren. Op dit moment worden door het ministerie verschillende mogelijkheden uitgewerkt om belemmeringen te beperken of weg te nemen, zodat een volgend kabinet hierover kan besluiten.