In het Kamerdebat over gewasbeschermingsmiddelen op 15 mei somde demissionair landbouwminister Adema nogmaals de Nederlandse inspanningen op om het middelenpakket te verduurzamen en de frustratie waar hij in Brussel tegenaan loopt. Daar reageert Artemis-directeur Helma Verberkt zeer verheugd op, maar benadrukt dat het begint bij nieuwe werkzame stoffen. „Op stoffendossier is ook versnelling nodig.”
Zo is in Nederland het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) zeer actief om alternatieven voor chemische gewasbescherming sneller beschikbaar te krijgen, bijvoorbeeld door het instellen van een verduurzamingsloket voor groene middelen.
Verder was de wens van Nederland om een snellere toelating van deze middelen ook wettelijk in het commissievoorstel SUR vast te leggen. Helaas heeft de Europese Commissie dat voorstel op 31 maart ingetrokken. Bovendien is lang niet elk EU-lidstaat bereid snellere, soepelere toelatingsprotocollen voor ’groene’ middelen te bewerkstelligen. Demissionair minister Adema wilt daarom nu bezien hoe hij met andere lidstaten een kopgroep kan vormen die bij de Commissie aandringt op een nieuw wetgevingsvoorstel waarin dit een plek krijgt. Adema blijft zich inzetten dat de Europese Commissie, EFSA en de lidstaten ook binnen de wettelijke kaders blijven werken aan versnelling. Ook kunnen EFSA en de Commissie investeren in kortere tijdslijnen voor het beoordelen van groene stoffen. Daar blijft Nederland zich voor inzetten in de Raad en het SCoPAFF