Als ik na de dinsdaglunch weer naar de tuin loop staat ze de karren met bloemen te laden. ‘Hò-òi!’ We maken een praatje en ik vraag: ‘Was jij dat afgelopen zaterdagavond om kwart voor negen?’ Mijn vrouw en ik zagen om die tijd een vrachtwagen wegrijden die net fust en lege karren had gelost. ‘Ja, klopt!’ lacht ze. ‘En ik was om half negen ’s morgens al begonnen, dus dat was een lange dag!’
Voor onze vervoerder geen di-do-economie. Di-do staat voor dinsdag en donderdag. Na het coronatijdperk is het een beetje traditie geworden dat het kantoorleven zich op die dagen afspeelt. Op dinsdag en donderdag komt men naar kantoor om te vergaderen en te borrelen met elkaar, in tegenstelling tot de maandag, de woensdag en de vrijdag. Dat zijn namelijk de thuiswerkdagen. En passant is de vrijmibo ook vervroegd naar de domibo. Kennelijk heeft zo’n thuiswerkvrijdag ook iets in zich van ‘het is weer weekend!’
Nu heb ik niks te zeggen hoor. Ons lukt het ook best aardig om op vrijdag al tegen de middag klaar te zijn met werken. Op zaterdag komen we er alleen nog uit voor een beetje rommelen en een paar uurtjes in de hobbytuin, maar bloemen snijden? Nee, die tijd is geweest en ik geniet ervan. Zeker als we, zoals pas op een zonnige zaterdag, een rondje kunnen fietsen. Heerlijk.