Als we klaar zijn met bloemen snijden loop ik even naar het vak waar twee vakantiekrachten aan het planten zijn. Een van hen is vanmorgen voor het eerst en ze heeft bijna een pad af. Ik maak mijn standaardgrapje. ‘Afwisselend werk hè? Elk plantje is weer anders!’
De zomer mag de naam nog niet echt hebben maar het is wel vakantietijd. En dat betekent veel andere gezichten op de tuin. Schooljeugd en hier en daar een uitzendkracht. Elk jaar is het opnieuw een verrassing hoe dat gaat lopen. Want jongeren worden ouder en nemen afscheid dus moeten opengevallen plaatsen weer worden opgevuld door de volgende generatie.
Ik heb het erover met twee zoons als we aan de lunch zitten. Beide al begonnen met meehelpen toen ze nog op de basisschool zaten. We weten precies wat er je door heen gaat als je zo jong bent. Zere knieën, de warmte, geen zin meer, kluitjes naar elkaar gooien. Van ellende weet je niet meer hoe je je pad af moet krijgen. Je gaat achterstevoren zitten, op je kont, met je andere hand poten en het wil maar geen twaalf uur worden. We lachen erom. De kunst is om het vol te houden. Want het wordt beter, als je de juiste instelling maar hebt.