Mijn schoonmoeder mocht graag verhalen van dat uitje met de meisjesvereniging naar een zogenoemde Bondsdag. Een bus vol bakvissen, weg van moeders pappot. In de avond eindelijk weer thuis in Rijnsburg. Bij het uitstappen riep een van hen uit: ‘Oe maid, ik ken de kajjen wel zoene!’
Wij zijn ook weer terug van weggeweest. Vakantietijd, even loskomen van alles. Geen wekker hoeven zetten, geen nachtelijke alarmmeldingen, appberichten waarop je niet hoeft te reageren, heerlijk. Alleen de bloemenprijzen, die kijk ik altijd wel, ’s morgens bij het ontwaken. Je moet tenslotte toch even weten of je die dag ergens kunt gaan lunchen of dat je een bammetje op de camping eet.
En wat hebben we het goed gehad. Regenden we vorig jaar van camping naar camping, dit keer zat het mee qua zon en temperatuur. En wat een mooi land is Nederland! De Veluwezoom, Twente, de Achterhoek, Noord Limburg, overal prachtige natuur en fietspaden te kust en te keur. Zo af en toe gingen we als nieuwerwetse smokkelaars de grens met Duitsland over maar dat beviel qua wegdek een stuk minder goed. Fietsknooppuntenbingo in het grensgebied is leuk, maar je snapt ook meteen waar het kinderliedje zandweg-grindweg-hobbelweg-gat in de weg vandaan komt.