Half acht, zaterdagavond. Ik bel mijn zoon op. ‘Hé, het licht in het schuurtje brandt nu ook. Maar als ik de knop omzet om hem uit te doen gaat de lamp feller branden. En de tuinverlichting gaat dan uit!’ Het is even stil maar dan hoor ik: ‘Ik ben er zo, ik rijd al bij de buurman voor.’
Op zaterdagochtend ben ik verwend. Geen werk, maar lekker je eigen luie gang gaan. Dat mondt bij mij vaak uit in tot een uur of acht op bed liggen, daarna eruit en een ontbijtje maken plus een pot koffie. Vervolgens pak ik mijn tablet en haal de digitale krant op. Daar kan ik gerust anderhalf uur mee zoet zijn.
Terwijl ik op pagina 2 ben aanbeland hoor ik echter het geluid van een boor in de achtertuin. O nee hè… Ergens in mijn achterhoofd begint een alarmbelletje te rinkelen. Zoon drie heeft zijn moeder beloofd dat hij het wel zal doen. De tuinverlichting in orde maken. Want als het van zijn vader afhangt kan ze het wel schudden. Dan gaat er nooit meer wat branden daar.