We hebben net weer opgeschept als het gesprek op vroeger komt. Het is de halfjaarlijkse ledenbijeenkomst van FloraHolland in Berkel en Rodenrijs. ‘Ik ging’s morgens met mijn vader mee naar de veiling,’ vertelt een collegatuinder. ‘Daar zaten dan ook andere chrysantenkwekers in de kantine. Eerst even een bakkie doen en vervolgens kijken bij het veilen. Zó gezellig joh!’ ‘Ja,’ kan ik niet nalaten, ‘en het personeel maar mopperen waar-ie nu weer bleef!’
Weemoed is nooit ver weg als je met mannen van een zekere leeftijd herinneringen ophaalt. Want vroeger was niet alles, maar wel veel beter. We zijn het erover eens dat veilingbezoek nu een stuk minder romantisch is. Geen tribunes met gelach en gezang maar slechts monotone stemmen in de kantoortjes van de veilingmeesters. Het is de nieuwe tijd, net wat u zegt, maar het maakt me wat melancholiek.
En dat terwijl sierteelttuinders juist zo romantisch zijn. Want zeg nu zelf, wie zijn er altijd met bloemen en planten in de weer? Zeker, een deel bestaat uit vrouwen, hulde, maar de meerderheid van de kwekers is toch nog steeds man. Die zijn elke dag weer bezig om de mooiste bloemen en planten te laten groeien. Daar liggen ze uren voor op hun knieën of ze staan in een smal pad met aan weerszijden hard ijzerdraad tegen hun bovenbenen. Dat doe je niet voor je lol! Dat doe je omdat je een innerlijke motivatie hebt om mensen een geluksmoment te bezorgen. Kwekers praten misschien niet altijd op een manier die tot de verbeelding spreekt, het zijn niet direct dichters, maar hun handen brengen liefde voort!