Het is alweer een jaar of vijf geleden dat we ’s morgens werden gewekt door vreemde geluiden. We stonden met onze caravan op een camping aan de Moezel. Toen we, nog slaapdronken, het hoofd voorbij de gordijntjes staken begrepen we het. Een helikopter was bezig de wijngaarden op de hellingen te bespuiten. Met wat eigenlijk?
Dat zagen we toen we een paar uur later gingen wandelen. Er hingen overal bordjes dat er met fungiciden werd gespoten. Een merknaam stond er niet bij, maar ik kon me er wat bij voorstellen. Botrytis cinerea en meeldauw komen niet alleen in de kas voor. Tijdens onze wandeling zagen we ook tractors op minder steile hellingen spuitwerk uitvoeren. En dat terwijl wij onze maskers hadden thuisgelaten.
Ik moet eraan denken als de Tour de France Italiaanse wijnstreken aandoet. We zien prachtige beelden van dorpjes op berghellingen, omringd door wijngaarden. Meanderende lijnen in een geaccidenteerd landschap. ‘Dat lijkt Italië wel!’ roept mijn vrouw. Ze heeft er kijk op. ‘Mooi hè?’ beaam ik. Al zie ik tegenwoordig wel meteen weer leeuwen en beren op de weg in plaats van wielrenners. Want hoe worden die wijngaarden behandeld qua gewasbescherming? En heeft dat dezelfde maatschappelijke onrust tot gevolg als hier?
