Afgelopen maand liet ik in deze column het woord aan Saar, een moderne bloementeler in 2035. Ik merkte aan de reacties dat haar verhaal nieuwsgierigheid heeft opgewekt. Daarom geef ik haar nog een keer de pen zodat ze onbeantwoorde vragen met jullie kan delen.
„Ik ben dus Saar en heb samen met mijn compagnons een snijbloemenbedrijf van 125 ha glas met meerdere locaties over Nederland. We bedienen rechtstreeks de Europese retail en ons bedrijf floreert. Dat maakt mij dankbaar en ook een beetje trots op wat we met ons team hebben bereikt.
Ik vertelde al dat we geen gemakkelijke reis achter de rug hebben. Vooral de eerste jaren waren spannend en achteraf bijzonder uitdagend. Vorige keer stond ik stil bij de energietransitie, vandaag de reis naar een weerbare teelt. Het echte kantelmoment was het jaar 2023. Vragen over (chemische) gewasbescherming vanuit de maatschappij namen toe. De zorgen over impact op de mens daarvan namen toe en de mogelijke link met neurologische ziekten was onprettig. We voelden dat deze zorgen en de opvolgende gerechtelijke uitspraken snel zouden uitwaaieren van de open teelt naar de kasteelt. Ik lag er echt regelmatig wakker van. Stel dat ons handelen zo’n effect heeft op de menselijke gezondheid, mezelf, mijn personeel, de omwonenden? Kan ik mijzelf in de spiegel blijven aankijken?
Er waren gelijkgestemden met wie we op zoek gingen naar hoe het anders kon. De “one million dollar question”, een simpel antwoord was er niet (nu in 2035 nog steeds niet trouwens). Er waren echter wel een paar cruciale keuzes, waar ik achteraf van zeg: “die hebben ons geholpen om te komen waar we nu zijn”:
- Het besef dat het anders moet is echt in mijn top 3 prioriteiten terecht gekomen.
- Vervolgens veel indringende gesprekken gevoerd met al mijn adviseurs over teelt, meststoffen, en gewasbescherming (chemisch en biologisch). Ik heb duidelijk gemaakt dat ik in twee jaar volledig zonder chemie wilde werken en dat alles op alles gezet moest worden dit te realiseren. De kernvraag aan ze was: doe je mee, of niet. Niet meedoen prima, maar dan zoek ik een ander voor mijn plantgezondheidsteam. Verrassend of niet, bijna iedereen voelde wel aan dat dit de weg naar voren is.
- Het tweede deel van de betrokkenheid van leveranciers was dat ieder advies gedragen en uitgevoerd zou worden door alle partijen. Ik was het spuugzat tegenstrijdige adviezen te ontvangen waar te vaak het eigen belang van de leverancier centraal stond in plaats van het belang van een gezonde, weerbare teelt.
- Ten derde was ik al fan van een high-tech teelt, maar vanaf dat moment ben ik de technologiekant nog meer gaan waarderen. Dus naast bestaande data aan de slag met spectraal-, sensor- en AI-technologie om de adviezen te onderbouwen of te verbeteren.
- Maar ook met de veredelaar en stekkenleverancier om de tafel om duidelijk te maken dat ik alleen nog maar weerbare genetische rassen in de tuin wil en dat ik daarbij accepteer dat de P van productie niet meer op de eerste plaats staat;
- En natuurlijk al deze maatregelen transparant brengen naar de afnemers en mijn financier om support te krijgen voor de ingeslagen weg. Ja, er vielen afnemers af maar er kwamen er nog meer bij.
- En mijn eigen ondernemersreis, koers houden, koers houden, koers houden. Niet bij elke tegenslag je uit het veld laten slaan. Ook hier heb ik wakker van gelegen. Doe ik het wel goed? Wat als het mis gaat? Waarom moet ik zo nodig koploper zijn?
En wat heeft het mij gebracht? „Ik heb een grote oefening in persoonlijk leiderschap achter de rug . Het oude, vertrouwde loslaten, je gevoel in te durven zetten bij de echt onbekende beslissingen. Fouten van mezelf (en anderen) durven en mogen maken en van het geleerde mijn aanpak voor het vervolg beter weten te maken”