We kijken elkaar aan. ‘Welke lengte houden we aan?’ Ik grijns. ‘De maat staat nu op 60, maar als je dat achteraan niet haalt kunnen we hem ook op 58 zetten.’ Hij haalt zijn rolmaat uit zijn zak en meet de lengte van de bloemen. ‘Aan de buitenkant zal 60 centimeter lastig worden.’ ‘Dan maken we er 58 van.’ Je moet je tenslotte ergens in onderscheiden.
Het leven van een bloemenkweker hangt van cijfers aan elkaar. Specificaties, beter gezegd. In jargon: specs. Klanten willen graag weten waar ze aan toe zijn. Kon je in vroeger tijden nog ‘bosjes’ maken, tegenwoordig moet alles meetbaar zijn. En tegenwoordig is inmiddels alweer een jaar of veertig. Ja, ik loop al een tijdje mee. Alhoewel de prijswal soms het schip keert, want tulpenbosjes worden dan weer wel met 8 of 9 stuks verkocht.
Ik kan me nog bijeenkomsten herinneren van onze productgroep waarbij afspraken werden gemaakt. Dat de lengte per 5 centimeter moest worden aangegeven. Dus 50 of 55 of 60. En het gewicht per bundel in stappen van 50 gram. Wij vonden dat best weleens lastig. Want als je bloemen 56 of 57 centimeter lang zijn dan geef je geld weg door 55 in te vullen. Kopers maakt dat vermoedelijk kein flaus aus, maar zo zit het in je hoofd.