Ik zit te popelen om weer aan het werk te gaan. Het is vrijdag, gezellig druk aan de lunchtafel met kinderen en kleinkinderen, maar ik wil aan de slag. Er liggen drie vakken te wachten om gefreesd te worden. Daar gaat je adrenaline toch sneller van stromen?
Ik wist niet dat ik het in me had. O ja, natuurlijk heb ik voorheen weleens met de frees van de loonwerker, een zware tweewieler, voor het geintje een paar baantjes gedaan. Man, ik was kapot. Mijn bewondering voor hem steeg met de meter. Ik snapte ook opeens waarom collega’s niet stonden te springen om in zijn vakantie waar te nemen. Peentjes zweten was het voor ze. En wij meewarig glimlachen. ‘Ja, jullie denken altijd dat Peet een beetje loopt te flierefluiten, maar nu merk je hoe zwaar het is!’
Nu we zelf sinds drie jaar frezen ervaren we hoe oefening kunst baart. Scheelt ook dat zo’n nieuwe frees een stuk prettiger werkt. Ik zag aan mijn broer hoe hij de slag te pakken kreeg en er zelfs plezier in had. Maar ook hij gaat weleens op vakantie en dus kwam de vraag bij mij te liggen. ‘Als jij het nu eens leert?’ Oké…