Het is vrijdagmorgen en ik lig op mijn knieën matricaria te snijden. Zou het helpen? Eerder die week kwam ik op de zoveelste oplossing voor ons teeltprobleem. En uiteraard ontmoette dat de nodige scepsis. ‘Wéér iets anders.’ En: ‘Nee, ik geloof er niet in.’ Maar mijn broer ging toch maar een verpakking halen. En dan, die morgen, gaat de telefoon: ‘Kees, je zal het niet geloven maar ik denk dat ze weer aan de groei gaan.’ Ik veer op: ‘Je meent het niet!’
Eerst waren het de slordige poters. Toen het teveel aan monoammoniumfosfaat. Daarna bleek het kalicijfer te laag. Uitputting van de grond door stelselmatig te weinig bemesten. Calciumgebrek hebben we ook nog aan gedacht. En daarna wisten we het niet meer. Want volgens de bemestingswijzer die we na monstername kregen zat er genoeg kali in de grond. Calcium was minder. Maar waar het vooral aan schortte waren de sporenelementen. IJzer, mangaan en zink bleken slecht beschikbaar. En toen ging er opeens een lampje branden.
'Mangaan is bij ons de kortste duig'