Op de terugweg van Medemblik naar de camping doen we nogmaals het prachtige dorpje Twisk aan. In een Theetuin gebruiken we een versnapering en daarna is het nog een klein stukje fietsen. Als we weer opstappen zie ik een berichtje van mijn neef. ‘Ik zie in de nieuwe plantingen hier en daar plekken zoals we aan de overkant hebben.’ Pfff…
Schreef ik vorige week nog over een kanarie in de kolenmijn met het idee dat het lek boven was, moet ik er nu alweer op terug komen. Tenminste, gedeeltelijk. De weggroei van de planten blijkt door het terugschroeven van de fosfaatgift niet echt te verbeteren. Nog steeds zijn er vakken die op bepaalde plaatsen achterblijvende groei laten zien. Soms op de plaats waar het bij een vorige teelt al zichtbaar was, maar ook op nieuwe plekken.
Omdat ik op vakantie mee blijf lezen in de tuinapp zie ik de volgende dag dat mijn broers de hulp van teeltvoorlichter René Corsten hebben ingeroepen. Ja, dat was te verwachten. Een van mijn broers had dat een paar weken geleden al geopperd: ‘Zou je…’ Maar ja, eerst wil je zelf doen, net als kleine kinderen. Hij kwam op vrijdagmiddag nog kijken en zijn advies was om flink kalium mee te geven. Hij vroeg zich ook af hoeveel kalium we de afgelopen jaren hebben gebruikt.