Als er een werkzame stof is waarover veel discussie is in de maatschappij, dan is het wel glyfosaat. Dit onkruidbestrijdingsmiddel is effectief en past daardoor goed in de bedrijfsvoering. Maar in de maatschappij leven beelden van oranje velden en zorgen om vermeende gezondheidseffecten. De vraag is of er voor de bollenteelt alternatieven zijn. Afhankelijk van de toepassing zijn er mogelijkheden, dat is zeker.
Kaasmaker Cono nam in 2019 een stevig besluit. Veehouders die melk leveren aan dit bedrijf, mogen geen middelen met de werkzame stof glyfosaat gebruiken voor de ruwvoerproductie. Zeker voor de veehouders in West-Friesland die jaarlijks grond verhuren aan tulpentelers was dit een ingrijpend besluit. Immers, grasland dat voor de tulpenteelt nodig is, spuit de verhuurder in het vroege najaar dood met glyfosaat. Effectief, snel en goedkoop.
In de bloembollensector is de werkzame stof voor meer doeleinden geschikt. Zo kan de teler er groenbemesters mee doodspuiten en met een bespuiting over leeg land voorafgaand aan een nieuwe teelt schoon starten als het om onkruid gaat of voordat het gewas opkomt.
Sinds 2020 lopen er verschillende projecten waarin alternatieven voor glyfosaat in onderzoek liggen. Een aantal daarvan komt in dit artikel aan de orde.
Graslanddoding
Vrijwel tegelijkertijd startten in 2020 twee projecten waarin is gekeken naar alternatieven voor het met glyfosaat doden van grasland. In de PPS Duurzame beheersing van onkruiden is in onder meer de teelt van tulp en lelie nagegaan wat er zoal is aan andere methoden en middelen dan glyfosaat.
Op mechanisch gebied was de inzet van de ZassoXPower spectaculair. Dit apparaat werkt met een hoog stroomvoltage, waarmee al ervaring is opgedaan op de onkruidbestrijding op leeg land. Voor de doding van gras is deze machine minder geschikt, aldus onderzoeker Frank Kreuk van Vertify. „Het lijkt er sterk op dat gras geen goede stroomgeleider is. Het blad stierf wel af, maar de wortels niet. En bij groeizaam weer was het perceel na twee weken weer groen. Daarnaast is de rijsnelheid laag en vraagt de machine een tractor met veel vermogen, waardoor er veel brandstof nodig is voor deze methode.”
Een veel beter resultaat is bereikt met freesmachines die maar heel ondiep werken, zoals de Geohobel die door W.N. Kramer wordt geïmporteerd en de Concept Agri Biofrees van Vlaming Agri. Het werkingsprincipe is van beide machines gelijk: met hoge snelheid wordt het bovengrondse gewas van de wortel geslagen en door een zo minimale laag grond gemengd. Volgens Kreuk is het voordeel van dit type machines dat er geen freeszool ontstaat die bij aanhoudend nat weer de waterafvoer blokkeert.
Ook de Ekoploeg is getest. Deze ploegt tot maximaal 18 cm diepte de graszode om. Omdat tulpentelers voor het planten de grond nog een keer bewerken, is er geen probleem met een verzurende graslaag in de grond.
Uit het onderzoek is wel een belangrijk nadeel gebleken, aldus Kreuk. „Als er in een graslandperceel veel kweek zit of wortelonkruiden als ridderzuring, dan zie je dat het volgende jaar wel terug. De wortels van deze onkruiden worden in stukjes gehakt, waaruit weer nieuwe plantjes groeien. In zo’n geval is het toch beter om voor een chemische aanpak te kiezen.”
Vee en bol
Een project dat in 2021 startte, is vitaliteit voor land en plant. Daarbij gaat het niet alleen om zonder glyfosaat het grasland te doden, maar ook om de samenwerking van veehouder en bloembollenteler om de bodem van het land te verbeteren dan wel op peil te houden. In dit project participeren onder meer drie veehouders met hun vaste tulpenteler die gedurende drie jaar ervaring opdoen om op een andere manier tulpen te telen. Hierbij wordt 1 ha van het grasland ingezet. Initiatiefnemer is Irene Kramer van W.N. Kramer uit Burgerbrug. In dit project is onder meer de Geohobel en de ecoploeg ingezet om in het najaar de graszode mechanisch te verwijderen. Inmiddels is twee jaar ervaring opgedaan. De resultaten die Kramer tot nu toe ziet als het gaat om de inzet van mechanische bewerkingen zijn positief. „De graszode wordt zonder chemie verwijderd en daarbij wordt de hergroei in de gaten gehouden. De verschillende bewerkingen geven bij het planten een divers beeld dat bij de ene bewerking de strook droger is dan de andere. Dat geeft inzicht. Zo blijkt dat in dit extreem natte najaar het omgekeerde het geval was.”
Zonnetje
In tulp is in de PPS Duurzame beheersing van onkruiden nagegaan of er voor opkomst mogelijkheden zijn om onkruid aan te pakken. Na drie jaar onderzoek is volgens Kreuk zwak zuur een goed alternatief. „We hebben dit product op basis van azijnzuur drie jaar getest en zien dat het goed kan werken op jong onkruid. Een belangrijke voorwaarde is wel dat tijdens en na de bespuiting het zonnig weer is. Dat versterkt het effect van zwak zuur.” Andere alternatieven die bij tulp en lelie zijn bekeken, zijn het aanbrengen van een dikke laag stro of het afdekken met afbreekbaar folie. „De strolaag moet behoorlijk dik zijn. Er is al gauw 300 tot 500 m3 per hectare nodig, dat dan ook nog moet worden gehakseld, omdat anders het gewas er niet doorheen komt. Het effect is goed, maar de vraag is of het economisch uit kan en of er voldoende materiaal beschikbaar is. Kortom, er kleven de nodige nadelen aan. De afbreekbare folie bij tulp was niet bestand tegen de harde wind en bij lelie groeide het gewas nauwelijks door het plastic heen”, aldus Kreuk.
En niks doen als alternatief? Dat is volgens Kreuk echt kansloos. „Bij tulp en bij lelie is sprake van een flinke opbrengstderving. Bij tulp tot 40% en bij lelie meer dan 60%. Daar teel je geen bollen voor.”
Alternatieve middelen
Glyfosaat kent nog een andere toepassing in met name de tulpenteelt. Bij het ziekzoeken gebruiken veel telers, en de ziekzoekrobot, de stof om zowel de zieke planten als de bol te doden. Daar doet onderzoeker Thijs Wester van het Expertisecentrum Bloembollenteelt in Breezand onderzoek naar. „We kijken hier al een aantal jaren naar. Lastig punt is dat we dit onderzoek doen met middelen die nog niet zijn toegelaten in de tulpenteelt. Sommige van die middelen bieden perspectief, maar tot nu toe geeft glyfosaat het beste resultaat als het gaat om een goede doding van het gewas en van de bol. We testen ook combinaties uit van glyfosaat en andere stoffen om te kijken of het gewas wat sneller kan afsterven. Want dat is een van de nadelen van glyfosaat. Eigenlijk wil je bij een volgende selectieronde al zien welke planten je hebt gehad, maar dat lukt niet altijd. Er zijn combinaties die interessant zijn, maar ook hier moeten die stoffen nog wel worden toegelaten.”
Keuzemenu
Om ondernemers te helpen met het nemen van een beslissing, als het gaat om alternatieven voor de inzet van glyfosaat bij het doden van grasland of groenbemesters, is door een grote groep van organisaties uit de Nederlandse land- en tuinbouw een beslissingsschema gemaakt. Daarop kan de ondernemer gemakkelijk nagaan waar en wanneer er mogelijkheden zijn om grasland en groenbemesters op te ruimen en wat de plussen en minnen zijn van die mogelijkheden. Deze zijn te vinden op de website van LTO Nederland, www.lto.nl.