Hoe maken virussen, schimmels en bacteriën planten ziek? Welke pathogenen veroorzaken problemen voor planten? En hoe kan je gewassen weerbaarder maken tegen deze plantpathogenen? Vragen die de afgelopen honderd jaar hetzelfde zijn gebleven. „Maar dat geldt niet voor de rest. Verandering in klimaat, in teelten, in voorkomende ziekten en plagen, maar ook aanpassingen van de pathogenen zelf, van teeltmethoden en van diagnostiek zorgen voor continue verandering in het werkveld”, aldus onderzoeker Joeke Postma.
Fytopathologie, oftewel plantenziektenkunde, is de studie van de interactie tussen planten en plantpathogenen, met als doel het ontwikkelen van strategieën voor de preventie en bestrijding van plantpathogenen. Afgelopen maand vierde Wageningen Universiteit en Research honderd jaar fytopathologie. Helemaal correct is dat echter niet, want al in 1906 werd de eerste hoogleraar, Jan Ritzema Bos (zie kader) geïnaugureerd bij het toenmalige Rijks Hoogere Land, Tuin- en Boschbouwschool, de voorloper van het huidige Wageningen University & Research (WUR). In 1923 werd in Wageningen wel het eerste grote internationale congres fytopathologie georganiseerd. De voorloper van het tegenwoordige International Congres of Plant Pathology (ICPP) werd georganiseerd door WUR, waar ruim 100 fytopathologen uit 65 landen bijeen kwamen om kennis uit te wisselen. „Sindsdien is er veel gebeurd op het gebied van plantenziektenkunde”, aldus Gert Kema, de huidige leerstoelhouder fytopathologie bij WUR. „Maar daarvoor is natuurlijk ook al veel gedaan. Want we vieren nu honderd jaar plantenziektenkundig onderzoek, maar er waren natuurlijk wereldwijd en ook in Nederland voor die tijd ook al mensen die zich verdiepten in ziekten in gewassen.”